Net voor de start hielden de 36.000 deelnemers samen met de toeschouwers een minuut stilte voor de drie doden en 260 gewonden van de bomaanslag tijdens de editie van vorig jaar.
Rugzakken waren niet toegestaan en de veiligheid was fel opgeschroefd. De zege ging naar de Amerikaan Meb Keflezighi bij de mannen en Rita Jeptoo uit Kenia bij de vrouwen.
Keflezighi zorgde voor de eerste Amerikaanse overwinning sinds 1983 (Greg Meyer). Hij had voor de 42,195 kilometer 2u08:37 nodig, een persoonlijk record, maar ver boven het parkoersrecord (2u03:02).
Op het podium werd hij door de Kenianen Wilson Chebet (2u08:48) en Frankline Chepkwony (2u08:50) geflankeerd. In 2009 won de in Eritrea geboren Keflezighi de marathon van New York en in 2005 werd hij in Athene olympisch vicekampioen. Op de Olympische Spelen van 2012 in Londen greep hij met een vierde plaats net naast een medaille. In Boston was een derde plaats in 2006 zijn beste resultaat totnogtoe.
Bij de vrouwen brak Rita Jeptoo wel het parkoersrecord. In 2u18:57 liet ze de Ethiopiërs Buzunesh Deba (2u19:59) en Mare Dibaba (2u20:35) achter zich. Jepto heeft de marathon van Boston nu drie keer op haar palmares. Ze won de wedstrijd ook in 2006 en 2013. Daarnaast heeft ze ook de marathons van Stockholm (2004), Milaan (2004), Parijs (2006), Lissabon (2007), Chicago (2013) en het WK van 2005 op haar erelijst.