De studie gebeurde onder leiding van Jens Jakob Andersen en Ivanka Andreeva Nikolova. Die eerste is een gewezen competitieloper en nu statisticus aan de Copenhagen Business School. Zijn collega heeft ook een wiskundige achtergrond en werkt voor RunRepeat.com. Zij betrokken bij hun studie bijna 25 miljoen resultaten van lopers in Amerikaanse wedstrijden (met meer dan 2000 finishers) tussen 1996 en 2016. Qua afstanden focusten ze zich van 5 km tot de marathon. De toplopers werden buiten beschouwing gelaten. Zij lopen steeds sneller, in contrast met de rest van de lopers.
Uit de studie blijkt dat er nooit zo traag gelopen werd als in 2015 en 2016. Op onderstaande grafiek met betrekking tot de marathon, zie je bijvoorbeeld dat het gemiddelde in 1996 nog rond 4u15′ lag, daar waar dat in 2016 opliep richting 4u45′. Een verschil van een halfuur. De onderzoekers zagen bij alle andere afstanden een soortgelijke trend (check hier voor het uitgebreide verslag).
Hoe komt dat?
De studie keek ook naar een aantal mogelijke oorzaken van de tragere tijden …
1. Meer vrouwen lopen: Dat impliceert dat vrouwen trager lopen dan mannen. Maar als Andersen en Nikolova naar de cijfers per geslacht keken, merkten ze dat het stijgende aantal vrouwelijke deelnemers minder effect had op de tragere finishtijden (46%) dan de mannen die steeds trager lopen (54%). Kleine kanttekening: er wordt vreemd genoeg niet over ‘algemene deelnemersaantallen’ gesproken. Want de kans is niet onbestaande dat de grote stijging daarvan de grootste oorzaak is van de tragere tijden.
2. Minder goed voorbereid: Mensen die zich niet goed voorbereiden, moeten tijdens de race soms overschakelen op wandelen, waardoor het tempo natuurlijk drastisch zakt. Ook dit nuanceren de onderzoekers door de stellen dat het aantal deelnemers dat finisht op wandeltempo de voorbije jaren vrij constant bleef.
3. Tragere lopers worden trager: Nikolova en Anderson keken voor deze parameter naar de gemiddelde finishtijd van de 100ste, 1000ste, 2000ste en 5000ste finisher. Daaruit bleek dat we gemiddeld gewoon trager lopen. Mannen doen het 9,94% minder dan 17 jaar geleden, vrouwen zijn 9,87% trager dan toen.
Maar een echte oorzaak vond het duo dus niet, al werd er wel verwezen naar de steeds slechtere gezondsheidstoestand waarin de gemiddelde Amerikaan zich bevindt (bv: obesitas). Maar ook hier duikt weer een dualiteit op: die mensen vertegenwoordigen zeker geen steeds groter wordend aandeel in loopwedstrijden, waardoor hun invloed op de resultaten beperkt is. Met andere woorden: verder onderzoek is nodig. Bij voorkeur met focus op de algemene deelnemersaantallen en de rest van de wereld. Al hebben we zo’n flauw vermoeden dat de trend zich ook in onze contreien voordoet. Maar als dat de ‘prijs’ is die we betalen voor het steeds groter aantal mensen dat loopt, dan nemen we dat er met plezier bij. Toch?