In 2019 besloot de organisatie van de Olympische Spelen om de marathon te verplaatsen van Tokio naar Sapporo – zo’n 800 kilometer meer ten noorden van Tokio – wegens de verwachte hitte. Geen onverstandige beslissing, want met een gemiddelde temperatuur van 31 graden (gevoelstemperatuur 39° C) en luchtvochtigheid van 73% was het onverantwoord om atleten hier in Tokio meer dan twee uur lang te laten afzien.
Buitengewone prestaties in Tokio?
De olympische sprinters – die vandaag zijn gestart – zullen het warme weer echter graag omarmen. Eerdere topprestaties op de 100 tot 1500 m lopen, alsook in andere atletieknummers, zoals het verspringen, werden allemaal in de maanden juli of augustus geleverd – de warmste maanden van het jaar, wanneer de grootste internationale competities plaatsvinden. Ook in Tokio werden er vrijdag al straffe tijden gelopen en dat enkel nog maar in de voorrondes. Dit zou te danken zijn aan een combinatie van een snelle atletiekpiste, ‘superspikes’ (waar je hier al meer over las) én de weersomstandigheden (hoge temperaturen en weinig wind). Er wordt dan ook verwacht dat er komende dagen verschillende wereldrecords zullen sneuvelen.
Meer nog: experts voorspellen zelfs ‘buitengewone’ prestaties in Tokio, vooral bij de sprint- en springdisciplines, dankzij een snelle spiersamentrekking bij warme temperaturen en – in beperktere mate – de verminderde weerstand door de wind. Toch zijn de voordelen op de prestatie bij sprinters in hete weersomstandigheden relatief klein (1 à 2%) volgens experts. Zij stellen dat andere factoren zoals de hoogte, biomechanica en doping een grotere impact hebben. Ook reageren niet alle atleten op de hitte op dezelfde manier, maar het warme weer zal hoe dan ook een rol spelen. In spring- en sprintdisciplines kan het dan ook neerkomen op een honderste van een seconde of een halve centimeter … minimale verschillen die beslissen over een gouden medaille, of helemaal geen.
Nieuwe wereldrecords
Robert Chapman, de sportarts van het Amerikaanse atletiekteam, wijst in The New York Times ook op de luchtdichtheid als extra factor: “Warme en vochtige lucht is minder dicht dan koudere lucht, waardoor de weerstand afneemt. Naarmate de temperatuur stijgt, bewegen gasmoleculen in de lucht zich sneller en verder van elkaar, waardoor de weerstand op bewegende objecten afneemt. Op plekken die meer op zeeniveau liggen – zoals Tokio – zou de combinatie van warmte en luchtvochtigheid moeten resulteren in een verminderde luchtdichtheid van 3%.
Maar er zullen zeker ook tal van andere factoren bepalen over het al dan niet neerzetten van nieuwe wereldrecords: wat is de invloed van het ontbrekende publiek? Wie draagt welke schoenen? Hoe fris – zowel fysiek maar ook mentaal – zullen de atleten zijn in de finales?
Goed om weten: op de laatste grote internationale atletiekmeeting in Tokio – de wereldkampioenschappen van 1991 – sprong Mike Powell een wereldrecord. 30 jaar nadien staat dit WR nog steeds op de tabellen. Wij zijn alvast benieuwd of dit – en andere wereldrecords – tijdens deze Spelen zal sneuvelen.