Als je iemand bent die doorgaans voor dag en dauw uit bed springt en je je ’s ochtends het meest productief voelt, dan heb je mogelijks meer kans om je marathondoel te halen dan je trainingspartner die liever tot laat opblijft. Dat blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek dat gepubliceerd werd in het Journal of Sleep Research.
Natuurlijk zijn er veel factoren die invloed hebben op sportprestaties. Minder bekend is echter wat de invloed van zogenaamde ‘circadiaanse voorkeuren’ (of je jezelf identificeert als een ochtend- of avondmens) – en slaapinertie (hoe moeilijk je het vindt om volledig wakker te worden na het opstaan) samenhangen met loopprestaties.
Bijna 14 minuten sneller
Het onderzoek werd uitgevoerd onder 936 deelnemers van de London Marathon in 2016. De resultaten waren opvallend: zij die zichzelf als ochtendmens beschouwden, liepen hun marathon gemiddeld maar liefst 13,9 minuten sneller dan zij die zich als avondmens omschreven. Hoe sterker de voorkeur voor de ochtend, hoe groter het verschil. Daarnaast liepen zij die meer dan 30 minuten nodig hebben om volledig wakker te worden na het opstaan ook trager dan degenen die sneller alert zijn. Dit verband was echter minder significant dan het verschil tussen ochtend- en avondmensen. Dit lijkt logisch: als je moeite hebt om wakker te worden, zal een marathon vrijwel direct na het opstaan waarschijnlijk uitdagender zijn en tot langzamere tijden leiden dan wanneer je later op de dag zou lopen, als je alerter bent.
Het onderzoek hield ook rekening met persoonlijke routines, zoals slaapgewoonten, cafeïneconsumptie, alsook met leeftijd en geslacht om andere variabelen te corrigeren. Het is echter mogelijk dat circadiaanse voorkeuren en slaapinertie ook samenhangen met andere factoren, zoals psychologische eigenschappen en de mate waarin mensen trainen. De auteurs van de studie benadrukken dat het onderzoek geen direct oorzakelijk verband aantoont.
Praktische tips
De onderzoekers suggereren dat hoewel het niet altijd praktisch is om je circadiaans ritme te veranderen, het bewust zijn van je biologische klok en de mogelijke invloed ervan op je prestaties je kan helpen beter te presteren. Zo kan het plannen van trainingslopen rond hetzelfde tijdstip als de start van de race je helpen wennen aan vroege(re) starttijden.