Uiteraard heb je tempo- en intervaltrainingen nodig om progressie te maken, maar dat wil niet zeggen dat je die sowieso moét uitvoeren. Voor lopers met een drukke agenda is het vaak verleidelijk om een pittige en korte training te verkiezen boven een rustige duurloop om er het meeste uit te halen. Je haalt echter geen voordeel uit een stevige training als je nog niet voldoende hersteld bent van de vorige.
Zo toonde een Fins onderzoek aan dat atleten die intensieve trainingen deden op dagen waarop hun hartritmevariabiliteit hoger was dan gemiddeld (een hoge hartslagvariabiliteit is een parameter van een fit en gezond lichaam), hun VO2-max vier keer hoger lag dan bij sporters die exact dezelfde inspanning deden, maar niét naar hun lichaam luisterden. Die laatsten hielden strikt vast aan hun trainingsschema, ondanks een minder goed en fit gevoel, en presteerden dus slechter.
1. Slaap: slaap je ’s nachts lang én diep genoeg?
2. Gewicht: blijft je gewicht stabiel of ben je bijgekomen/afgevallen?
3. Humeur: ben je overwegend goed gehumeurd of merk je dat je prikkelbaar bent?
4. Responsieve hartslag: verandert je hartslag tijdens de opwarming of krijg je ‘m maar moeilijk omhoog (m.a.w. is je hartslag responsief op de activiteit)?
5. Vermoeide benen: voelen je benen zwaar aan? Is je pasfrequentie hetzelfde als normaal?