Meer pijn na lange race dan je trainingsmaatje? Steek het op je genen

Het lijkt wel of sommigen geboren zijn om marathons te lopen, terwijl anderen het moeilijk hebben om er 'al' eentje uit te lopen. Herkenbaar? Steek de schuld op je genen.
Experten van The Exercise Physiology Laboratory van de Spaanse Camilo José Cela Universiteit onderzochten de genetische invloed op spierschade die ontstaat tijdens een marathon. De onderzoekers analyseerden de spieren van een groep marathonlopers om uit te zoeken hoe het komt dat sommigen de marathon liepen met zeer lage niveaus van spierafbraak, terwijl anderen ernstige spierpijn kregen en ze toch dezelfde hoeveelheid getraind hadden.
De experten namen bloedstalen van 71 deelnemende atleten af en noteerden de kracht van hun sprong en spierwaarnemingen. 7 genen werden gericht onderzocht en elk type gen kreeg een score: 0 betekende dat het gen geen spiervoordeel had om een marathon te lopen, 1 betekende een standaardniveau en 2 betekende dat het gen een positieve invloed had op de spieren tijdens een langeafstandswedstrijd.
Slechte genen, wat nu?
De onderzoekers concludeerden dat de atleten met een hoger genetische score fysiek capabeler waren om een marathon te lopen. De lopers met een hogere score, kenden lagere niveaus van creatinekinase: een enzym dat voornamelijk voorkomt in organen die veel energie gebruiken. Goede marathonlopers maken dit enzym dus minder aan, waardoor hun spiervezels minder beschadigd worden – in tegenstelling tot zij met een lage genetische score.  
Maar laat deze bevidingen de lopers die genetisch minder gezegend zijn niet ontmoedigen: het betekent niet dat je door slechte genen geen (goede) marathon kunt lopen. Hoofdonderzoeker Juan Del Coso relativeert dan ook: “De bevindingen impliceren dat lopers met een ‘ongunstig’ genetisch profiel gewoon specifieker moeten trainen om hun spieren voor te bereiden op veeleisende omstandigen als een marathon lopen.”

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?