Het negentiende arrondissement in het noordoosten van Parijs, aan de Avenue Simon Bolivar, herbergt het Parc des Buttes Chaumonts. De hoofdingang van het park ligt aan de Place Armand-Carrel, die je gemakkelijk met de metro bereikt. Het station draagt trouwens dezelfde naam als het park. Ooit was dit een vuilnisbelt en versneden ze er paardenkarkassen. En erger nog: het was van de dertiende tot achttiende eeuw ook de plek waar ze criminelen ophingen. Maar tegenwoordig is het park de ultieme hotspot voor de Parijse loper. Die kan er elke dag terecht van zeven uur ’s morgens tot kwart over acht ’s avonds, in de zomermaanden zelfs tot kwart over tien. Napoleon III gaf in de tweede helft van de negentiende eeuw baron Georges-Eugène Haussmann – verantwoordelijk voor de volledige heraanleg van Parijs – de opdracht om deze plek om te toveren in een unieke oase van rust en schoonheid. En of hij daarin geslaagd is!
Het Parc des Buttes Chaumonts is met zijn vijfentwintig hectare het op twee na grootste park van Parijs. Het leuke is dat baron Haussman creatief met hoogteverschillen omsprong. Je loopt in dit Engels ademende park heuvels en trappen op en af, langs een groot meer met daarin het eilandje Île du Belvédère. Passeren ook de revue: nagemaakte grotten, prachtig versierde bruggen, twee openluchtpoppentheaters, watervallen en een tempel. Dat laatste bouwwerk is een miniatuurversie van de Vesta-tempel in het Italiaanse Tivoli, terwijl ene Gustave Eiffel de 63 meter lange brug uittekende. De andere brug van het park – veel kleiner en vooral hoger gelegen – draagt de onfortuinlijke bijnaam ‘le pont des suicidés’.
Lees de volledige reportage in ons zomernummer (nu in de winkel) of hier digitaal.
