Eerst moeten we weten waarom we een sportdrank (dorstlesser en energiedrank) gebruiken. Het voornaamste doel is: de energie aanvullen die we tijdens de inspanning verbruiken en het vocht bijvullen dat we verliezen door te zweten. De koolhydraten in een sportdrank zorgen voor die energie.
Soort
Wat een sportdrank met ons lichaam doet, hangt van zijn soort af. Want er is een belangrijk verschil tussen een dorstlesser en een energiedrank. Een dorstlesser bevat 40 tot 80 gram koolhydraten per liter, bij een energiedrank loopt dat op tot 80 en 150 gram. Het grote nadeel van energiedranken is dat de maag er soms minder snel door leegloopt, waardoor de vochtopname beperkt blijft. Daarom zijn ze alleen geschikt in situaties met minimaal vochtverlies (bijvoorbeeld bij koud weer), bij relatief korte of na een langere inspanning.
Van een dorstlesser moet je meer drinken om dezelfde koolhydratenaanvoer te bereiken. Omdat je vochtverlies tot een minimum moet beperken, is een dorstlesser meestal de beste keuze. Die voert vocht en koolhydraten voldoende aan. Let bij de keuze van de sportdrank ook op het fructose-aandeel in de koolhydraten, want een grote hoeveelheid hiervan veroorzaakt tijdens je run soms maag- en darmklachten.