Wat voor sport je ook doet, het beste is om zo snel mogelijk een veilige schuilplaats te zoeken. Maar waar ben je veilig? In bijvoorbeeld de kantine of de kleedkamers, maar blijf dan weg van de ramen. Blijf ook uit de buurt van stromend water en ga niet douchen, want water geleid stroom. Om diezelfde reden moet je ook vooral ook geen ijzeren elementen vastpakken zoals een trap.
10-SECONDENREGEL
Je kunt je schuilplaats pas verlaten op het moment dat tussen de bliksemflits en donder meer dan tien seconden zit. Dit wordt ook wel de ’10-secondenregel’ genoemd. Dit doe je als volgt: tel de seconden tussen de flits en de donder en deel ze door drie. Je hebt dan de afstand in kilometers die het onweer nog van je verwijderd is. Zitten er minder dan tien seconden tussen de bliksemflits en de donder, dan is de onweersbui gevaarlijk dichtbij en kun je beter nog even blijven schuilen.
VEILIGHEIDSHOUDING
Soms ben je niet in de buurt van een veilige plek, zoals in een bos. Probeer dan een laag groepje bomen te zoeken in het laagste deel van het terrein. Een open veld is nog gevaarlijker. Kan je geen schuilplaatsvinden? Neem dan een veiligheidshouding aan: ga gehurkt op je tenen zitten met je armen om je knieën, je hoofd zo laag mogelijk, je voeten tegen elkaar aan en je handen over je oren. Ga nooit plat op de grond liggen.
Ben je op de fiets omdat je van of naar je looptraining op weg was? Stap dan zo snel mogelijk af in plaats van weg te fietsen. Op je stalen ros ben je namelijk niet veilig.
Beter is natuurlijk dat je niet hoeft te schuilen voor het onweer. Laat je daarom niet verrassen door noodweer en check vooraf altijd een weerapp.
