Professor David Plans van de Universiteit van Exeter onderzocht het slaappatroon van meer dan 88.000 Britten. Meer specifiek verdiepte hij zich in het verband tussen het moment waarop ze gingen slapen en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.
De deelnemers aan de test werden gedurende vijf à zes jaar opgevolgd. 3,6% van hen kreeg in die periode te maken met een hartaanval, hartfalen, een chronische of voorbijgaande ischemische hartziekte of een beroerte.
Opvallend was dat bij de mensen die tussen 22u en 23u gaan slapen het minst aantal hartproblemen voorkomen. Gaan slapen tussen 23u en middernacht zorgt voor een verhoogd risico van 12%, voor 22u gaan slapen voor 24% en na middernacht gaan slapen voor 25%.
Aan Sky News gaf Plans meer duiding bij zijn onderzoek: “Het lichaam heeft een 24-uurs interne klok, het circadiaans ritme. Die interne klok helpt bij het reguleren van fysiek en mentaal functioneren. Hoewel we uit onze studie geen oorzakelijk verband kunnen trekken, suggereren de resultaten dat vroege of late bedtijden de biologische klok waarschijnlijker zullen verstoren, met nadelige gevolgen voor de cardiovasculaire gezondheid.”
“Onze studie geeft aan dat de optimale tijd om te gaan slapen zich op een specifiek punt in de 24-uurs cyclus van het lichaam bevindt en dat afwijkingen schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid”, vervolgde Plans, die eraan toevoegde dat er nog verder onderzoek nodig is. Het is bijvoorbeeld immers zeer plausibel dat mensen die na middernacht gaan slapen er over het algemeen sowieso een minder gezonde levensstijl op na houden, met meer alcoholgebruik en ongezondere voeding, wat uiteraard ook tot cardiovasculaire problemen kan leiden.