Wetenschappers van de Commonwealth Scientific and Industrial Research Organization (CSIRO) in Adelaide peilden bij meer dan 41.000 Australiërs naar hun voedingspatroon en naar hun bereidheid om gezonder te gaan eten en drinken. Lees: de consumptie van voedingsmiddelen met veel verzadigde vetten, toegevoegde suikers, zout en alcohol aan banden leggen.
Hoewel nagenoeg iedereen weet dat bepaalde voedingswaren ongezond zijn, blijkt het toch heel moeilijk om het voedingspatroon te veranderen. Campagnes die zich richten op het volledig bannen van een bepaald voedingsmiddel maken weinig indruk. Uit het CSIRO-onderzoekt blijkt dat slechts 13% van de respondenten bereid is zijn favoriete ongezonde lekkernij volledig van het menu te schrappen.
Wat beter werkt is om ‘dagen zonder’ te promoten, waarbij je je favoriete lekkernij dus op bepaalde dagen moet laten. Deze ‘dagen zonder’ blijken vooral te werken voor alcohol, snoep en ijs. Om de consumptie van afhaalmaaltijden en junkfood te verminderen is het toegankelijker maken van gezonde alternatieven de beste strategie.
Eén zaligmakende strategie voor eenieder is er evenwel niet. Mensen geven niet graag hun ‘guilty pleasure’ op. Ongezonde lekkernijen die iets lager op de persoonlijke ranglijst staan kunnen we logischerwijs iets makkelijker missen. Gezondheidscampagnes focussen om te beginnen dus beter niet op iemands lievelingseten of -drankje, maar mikken beter iets lager. Maar dat is voor iedereen anders dus.