Wat draag je het best bij (onvoorspelbaar) lenteweer?

Van warme trainingsdagen tot natgeregende loopjes. De lente is een onvoorspelbaar seizoen en dat maakt de keuze voor een juiste loopoutfit er niet makkelijker op. Deze 5 tips helpen om de juiste loopoutfit aan te kiezen, zodat je comfortabel je training kan afwerken.

Je kleden tijdens deze tijd van het jaar kan dan ook een uitdaging zijn. De ene keer heb je te veel aangetrokken, de andere keer heb je spijt dat je toch dat regenjasje niet hebt meegenomen. Volgende 5 tips kunnen je komende lente helpen bij de keuze van jouw loopoutfit.

1. Hou rekening met de gevoelstemperatuur

Weerapps geven naast de effectieve buitentemperatuur ook vaak de gevoelstemperatuur aan. Die houdt rekening met andere factoren, zoals de wind. Het is aan te raden om naar deze temperatuur te kijken om je loopoutfit te bepalen. Ga ervan uit dat het zo’n 10 graden warmer aanvoelt dan de gevoelstemperatuur op je weerapp. Tijdens het lopen genereert je lichaam warmte en dat zal je al snel merken. Een voorbeeld: als het buiten 12°C is, maar het voelt aan als 8°C, kan je ervan uitgaan dat de temperatuur na je opwarming als 18°C aanvoelt. Een uitzondering op deze regel: als het regent, tel je zo’n 5 graden aan de gevoelstemperatuur bij. In het bovenstaande voorbeeld wordt die 18°C dus zo’n 13°C. Daarnaast zijn sommigen gevoeliger voor koude, dus probeer te achterhalen hoe je lichaam reageert op verschillende temperaturen.

2. Draag laagjes (ja, ook in de lente)

Je denkt misschien dat het bekende ‘laagjessysteem’ niet meer van toepassing is in de lente, maar hou er toch nog even rekening mee. Zelfs de meest ervaren lopers kunnen nog weleens te weinig of te veel kleren aantrekken. Beslis je om – na lang twijfelen – een T-shirt aan te trekken? Bind dan voor de zekerheid een jasje om je middel voor wanneer je het toch te koud krijgt. Omgekeerd geldt dat natuurlijk ook: denk je het te koud te hebben? Trek een extra jasje aan. Je kan het nog altijd uittrekken als je het toch te warm krijgt. Heel wat jasjes kan je tegenwoordig ook eenvoudig in hun eigen zak opvouwen, zodat het erg praktisch is om mee te dragen, zonder al te veel last. Geen fan van laagjes? Kies voor armstukken, die je kan aan- of uittrekken als je het te koud/warm hebt.

3. Zorg voor een goed windjasje

Net als bij regen, kan ook de wind ervoor zorgen dat een warme dag vaak frisser aanvoelt. Met een licht windjasje kan je je lichaamstemperatuur beter controleren. Handig als dit jasje ook nog eens waterproof is om te voorkomen dat lentebuien je andere lagen compleet doorweken. Een kwaliteitsvol wind- en regenjasje is prijzig, maar het is de investering waard.

4. Draag een petje

Regendruppels die in je ogen vallen tijdens het lopen, zijn niet echt aangenaam … Een petje houdt de regen uit je gezicht, zodat je kan zien waar je loopt. Zeker als je een bril draagt, is een petje geen overbodige luxe. Meer tips voor regenloopjes lees je hier.

5. Voorzie steeds twee paar schoenen

Meer dan één paar schoenen hebben, is altijd een goed idee, ongeacht het seizoen, om de levensduur van je schoenen te verlengen. Maar in de lente kan een tweede paar zeker zijn nut bewijzen: als je schoenen doordrenkt zijn, heb je steeds een tweede paar ter beschikking als je de dag nadien wil gaan lopen terwijl je andere paar nog aan het drogen is. Wil je het droogproces versnellen? Haal de zooltjes eruit en laat ze aan de buitenlucht drogen. Plaats je schoenen echter nooit op of onder je verwarming om de lijm in de schoenen niet aan te tasten.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?