Waarom sommige lopers níet beter worden van meer kilometers

Meer kilometers malen, is voor sommige lopers interessanter dan voor anderen om progressie te boeken.
Hoewel je misschien denkt dat je door langer/meer te lopen beter wordt, is dat niet altijd het geval. Zo stelt een recente Australische studie het idee dat alle lopers positief reageren op een verhoogd kilometeraantal in vraag. Meer nog: een hoger trainingsvolume (meer kilometers) leidt bij sommige lopers zelfs tot prestatieverlies. De onderzoekers verklaren die bevinding aan de hand van onze specifieke spiervezels
Bij de studie werden lopers van de middellange afstand gedurende 7 weken opgevolgd. In die periode moesten ze hun kilometeraantal significant verhogen. De lopers met meer type 1 spiervezels (ook wel de trage spiervezels genoemd) pasten zich beter aan dan de lopers met meer type 2 of snelle spiervezels. Zelfs na een taperperiode, waarin de lopers hun trainingsvolume opnieuw verminderden, bleken de sporters met meer snelle vezels minder te presteren. 
Natuurlijke aanleg 
Het onderzoek toont hiermee aan dat elke loper een natuurlijke aanleg heeft voor een bepaald type sport of een bepaalde loopdiscipline. Sommige lopers zijn ‘gemaakt’ om lange afstanden te overbruggen, terwijl anderen meer aanleg hebben voor het snellere, korte werk. 
Je kan natuurlijk je spiervezeltype wel bijsturen met doelgerichte trainingen, maar slechts in beperkte mate. Een bepaald trainingsschema werkt misschien goed voor jouw loopbuddy, maar daarom nog niet per se voor jou. Je hebt lopers die langer kunnen lopen en minder hersteltijd nodig hebben en lopers die graag minder kilometers malen en beter zijn in inspanningen aan hoge intensiteit met langere hersteltijd. Het komt er vooral op aan om naar je lichaam te luisteren en niet per se steeds langer te móeten lopen, enkel omdat je denkt er zo beter door te worden … Het kan net averechts werken.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?