Voedingsdeskundige Miriam van Reijen beschrijft op Losse Veter een recente studie waarbij een groep van 81 vrouwen gevraagd werd deel te nemen aan een 12-weken durend trainingsprogramma, met gewichtsverlies als doel. Na die 12 weken was er echter geen significant verschil in lichaamsgewicht, vetpercentage en middelomtrek. Wel was er sprake van een toename in de hoeveelheid spiermassa.
Een aantal lichamelijke kenmerken bleken een goede voorspeller te zijn voor het totale verlies aan vetmassa. Het bleek niet uit te maken hoeveel de vrouwen wogen of hoeveel spier- of vetmassa ze hadden voor het uiteindelijke gewichtsverlies. Wel was de energie die submaximaal verbruikt werd tijdens de inspanningstest een belangrijke voorspeller. Vrouwen die hier een hoger energieverbruik noteerden, zagen een grotere afname in vetmassa aan het eind van de 12 weken. Ook was er een duidelijke relatie in het verloop van het gewicht en de vetmassa: vrouwen die in week 4 het meeste gewicht en de meeste vetmassa hadden verloren, zagen ook de grootste resultaten aan het eind van de 12 weken.
CONCLUSIE
Extra training resulteert niet automatisch in gewichtsverlies. Het is mogelijk dat er, met een toename in energieverbruik, ook een (grotere) toename in energie-inname plaatsvindt. Of dat de training de plaats inneemt van andere activiteiten en dat er netto minder bewogen wordt.
Wanneer er sprake is van zichtbaar resultaat (minder gewicht, minder vetmassa) na een aantal weken kan dit motiverend werken en is er een grotere kans dat er meer gewichtsverlies optreedt. Wanneer er tijdens inspanning aanvankelijk meer energie wordt verbruikt (door verminderde efficiëntie) kan dit bijdragen aan een groter gewichtsverlies.
Echter, wat niet moet worden vergeten: de vrouwen wonnen gemiddeld wel aan spiermassa en verhoogden hun VO2max. De vrouwen werden dus aanzienlijk sterker en fitter!
