1. Loop op ‘lege’ momenten
Ga lopen voor je naar je werk gaat (of loop naar je werk), wanneer iedereen nog slaapt. Of ga ’s avonds op pad in plaats van voor de televisie te hangen. Hetzelfde geldt voor loopjes die in het weekend op je menu staan. Probeer die zo vroeg mogelijk af te ronden. Zo hoef je die gezellige brunch met vrienden niet te missen. Verwacht niet dat een uurtje vroeger opstaan meteen van een leien dakje loopt. Probeer het een maand vol te houden en het wordt een deel van je dagelijkse routine.
2. Wees realistisch
Weet je op voorhand dat je een drukke week voor de boeg hebt? Plan dan geen vier lange looptrainingen. Neem genoegen met minder en kortere trainingen. ‘Lopen’ is nog altijd beter dan ‘niet lopen’.
Het volledige artikel lees je in ons novembernummer (nu in de winkel) of hier digitaal.