Eigenlijk is het vreemd. Eliud Kipchoge liep zaterdagochtend de marathonafstand in 2u’00’25”. Nooit eerder liep een mens zo snel aan dat tempo over 42,195 km en dus was het een fenomenale prestatie van de Keniaan. Maar aangezien het de bedoeling was om de magische grens van de 2 uur te doorbreken, ligt de focus natuurlijk ook op ‘waarom is het net niet gelukt?’
Onderstaande tabel van The Science of Sport (waar je diepgaande analyses over diverse sportprestaties vindt) toont hoe Kîpchoge al snel in de wedstrijd merkelijk sneller liep dan het vooropgestelde recordtempo. Nochtans was het de bedoeling dat de pacer car een gelijkmatige snelheid zou aanhouden en zich niet zou aanpassen aan het tempo van de lopers. Het is niet ondenkbaar dat Lelisa Desisa en Zersenay Tadese – de twee andere recordjagers – daardoor al in het eerste wedstrijduur moesten afhaken. Of het ook Kipchoge uiteindelijk nekte? Allicht niet. Maar die tweede vijf kilometer toonde wel aan hoe onwaarschijnlijk snel het moet gaan om de 2 uur-grens te doorbreken. Want de splittijd tussen kilometer 5 en 10 was de enige die onder het vooropgestelde recordtempo van 14’13” per 5 km lag.
In de tabel is ook mooi te zien dat Kipchoge vanaf halfweg wedstrijd stilaan tijd begon te verliezen ten opzichte van het recordschema en die negatieve tendens nooit meer kon ombuigen. De ‘positieve split’ is daar een mooi bewijs van. Het eerste deel van de wedstrijd werkte hij af in 59’57”, het tweede deel in 1u00’27”. De meeste wereldrecords worden trouwens met een negatieve split gelopen, waarbij het tweede wedstrijddeel dus sneller is dan het eerste.
Hoe dan ook: de Keniaan heeft de wereld lange tijd doen denken dat het mogelijk was om nu al onder de 2 uur te duiken op de marathon. En dat is al een enorme prestatie op zich. Benieuwd of hij later dit jaar een aanval doet op het officiële wereldrecord van Dennis Kimetto (2u02’57”).