We zijn geen zwartkijkers, maar laten we eerst een kanttekening plaatsen bij het onderzoek dat de University of Tasmania (Australië) uitvoerde. Als proefkonijnen selecteerden de onderzoekers 11 recreatieve lopers (5 mannen en 6 vrouwen). Niet bepaald representatief (de onderzoekers vermelden zelf dat verdere studies nodig zijn), maar de conclusie van de studie was wel interessant genoeg voor publicatie in The Journal Medicine & Science in Sports & Excercise.
Proef
De onderzoekers verdeelden de 11 deelnemers in twee groepen. De ene groep kreeg 6 dagen lang een dieet rijk aan FODMAP’s, de andere hield zich aan een FODMAP-arm regime. In die zes dagen werkten de deelnemers een intervaltraining (5 x 1000 meter) en een duurtraining (7 km) af. Nadien volgde een pauze van een dag, waarna ze overschakelden op het andere dieet.
Besluit
De Australiërs concludeerden dat de proefkonijnen merkelijk minder klachten hadden toen ze het FODMAP-arm dieet volgden. Voor de goede orde: FODMAP staat voor ‘fermentable oligosaccharide, disaccharide, monosaccharide and polyols’. In mensentaal: een groep korte keten koolhydraten die je in heel wat voedingsmiddelen terugvindt (appel, bloemkool, ui, melk, …). De onderzoekers wijzen erop dat die koolhydraten niet goed verteerd worden vooraleer ze in de dikke darm komen. Ze worden gefermenteerd door de darmbacterieën, wat voor problemen kan zorgen.
Advies
De onderzoekers raden een FODMAP-arm dieet voor enkele dagen aan voor mensen die regelmatig maag- en darmproblemen hebben tijdens het sporten. De dagen voor aanvang van een wedstrijd, bijvoorbeeld. Ze wijzen er ook op dat het geen zin heeft om dit regime voor een lange periode te doen.
