Bio-ingenieur Steffie Van Nieuland verdedigt later haar doctoraat en wil de beweging van individuen voorspellen dankzij een wiskundig model, gebaseerd op een massa data. De Dodentocht bevat een schat aan data, omdat elke deelnemer getrackt wordt. Een ideale testcase, dus. Van Nieuland kreeg de Dodentocht-cijfers van 2009 tot 2014. Goed voor de tijdregistraties van 65.552 deelnemers. Aan de hand van al die cijfers simuleerde ze een soort ‘gemiddelde’ Dodentocht.
Weer? Niet zo belangrijk
Wat zijn de sleutelfactoren om de finish te halen? Het weer alvast niet. Het aantal opgaves bij ‘slechtweeredities’ lag niet beduidend hoger. Wel geven de mensen iets vroeger op in zulke gevallen. Je startsnelheid is wel belangrijk. Hoe sneller je begint, hoe meer kans op succes. Al overdrijven vooral jongeren daarmee. Zij gaan te voortvarend van start en hebben minder kans om te finishen dan ouderen. Een gemiddeld wandeltempo van meer dan 5 km/u lijkt daarom een goede richtlijn.
Wie na 50 kilometer doorzet, doet een goede zaak. 75% van die mensen die aan het tweede deel van de onderneming begint, haalt de finish. De meeste mensen geven op net voor de controlepost halfweg, het psychologische kantelpunt. Tot slot hebben vrouwen ook minder kans dan mannen om de finish te halen. Uit de data die Van Nieuland analyseerde, bleken gemiddeld 37% van de mannen en 47% van de vrouwen op te geven. Kanttekening: slechts 23% van de data waren van vrouwen, wat de verhouding wat kan scheeftrekken.
Initiatief
De organisatie van de Dodentocht ging ook aan de slag met de analyse van Van Nieuland. Het maakt zich sterk dat de bevoorrading efficiënter zal zijn, en dat het vrijwilligers doelgerichter zal inzetten. Ook de startprocedure (2 startplekken in plaats van 1) werd veranderd om de deelnemers meer comfort te geven.
Wie vrijdag zijn eerste Dodentocht afwerkt en niet weet wat te verwachten: enkele jaren geleden schreef een van onze journalisten zijn ervaringen neer.
