Een sportmedisch onderzoek zou minder hartdoden en minder blessures tot gevolg moeten hebben. Maar dan moet dat onderzoek wel grondig gebeuren. “In het verleden kregen sporters soms een attest van de huisarts zonder dat die de patiënt echt onderzocht. Er zat ook geen lijn in de uitvoering en de kwaliteit”, zegt Tom Teulingkx, voorzitter van de vereniging van sport- en keuringsartsen in Vlaanderen in De Standaard.
Daar moet het Vlaams decreet iets aan veranderen. “Het grote verschil is dat zo’n onderzoek nu volgens een bepaalde kwaliteitsstandaard zal moeten gebeuren, afhankelijk van de leeftijd van de sporter en de intensiteit van zijn sportbeoefening.”
Vlaams minister van Sport Muyters vroeg aan de sport- en keuringsartsen een test te ontwikkelen, op maat van elke sporter. Bij zo’n onderzoek wordt het hele lichaam onderzocht: hart, spieren en gewrichten. Op www.sportkeuring.be kunnen sporters een vragenlijst invullen en een advies krijgen voor een onderzoek op maat.
Bedoeling van de test is om sterfgevallen van (jonge) sporters, maar ook onnodige blessures te voorkomen. “Mensen moeten zo lang mogelijk gezond sporten. Zaak is nu nog om zo veel mogelijk federaties te overtuigen om op de kar te springen”, besluit Teulingkx.
FEDERATIES WEIGERACHTIG
De federaties staan niet allemaal even positief tegenover de verplichting. Vooral de prijs van het onderzoek, die schommelt tussen de 50 en de 70 euro en voor rekening van de patiënt is, kan wel eens sporters afschrikken.
“Voor bepaalde risicogroepen, zoals ouderen die met Start to run beginnen en geen basisconditie hebben, kan zo’n verplicht onderzoek aangewezen zijn”, zegt Eddy De Vogelaer, voorzitter van de Vlaamse Atletiekliga. “Maar voor al onze leden? Dat weet ik niet. Wij hebben 25.000 leden. Wie gaat die onderzoeken? Men vraagt ons altijd zo laagdrempelig mogelijk te zijn. Kansarme kinderen zullen mogelijk afhaken.”
