Onderzoekers van de Universiteit van New York lieten 73 proefpersonen een stukje wandelen met gewichten rond de enkel, bericht The Huffington Post. De eerste helft moest zich focussen op een kegel aan de finish, terwijl de tweede helft zowel de kegel als de omgeving in het oog moest houden. Resultaat: de eerste groep dacht dat de meet 28% dichterbij lag dan de tweede groep. Ze bereikten de finish ook 23% sneller en vonden de wandeling minder vermoeiend dan de anderen.
“De wandelaars die zich concentreerden op één bepaald doel lieten zich minder afleiden door andere visuele elementen die suggereerden dat de finishlijn nog veraf was”, concludeert onderzoeksleidster Emily Balcetis. “Doordat ze de afstand korter inschatten, verwachtten ze dat de inspanning minder zwaar was en dat was in feite ook zo.”
Het team onderzocht enkel het effect tijdens het wandelen, maar volgens Balcetis gelden de resultaten voor eender welke sport waarbij je je kan focussen op een doel voor je, zoals lopen of fietsen. Voor zwemmers wordt het al moeilijkers om dit trucje toe te passen.
Volgens Balcetis moet je doel ook niet per se de aankomststreep zijn. “Je kan je loopje perfect onderverdelen in kleinere doelen. Focus je op een verkeersbord of boom even verderop, en als je er aangekomen bent herhaal je dat proces telkens opnieuw. Een grote uitdaging wordt makkelijker door ze onder te verdelen in kleinere, zichtbare doelen.”