Renée Eykens (23) loopt al een tijdje met schoenen en kleding van New Balance. Daar heeft ze een goede reden voor: “Ik ben een grote fan van de 880-reeks. Veel schoenen zetten in op snelheid of steun, maar de 880 combineert beide. Ik loop er gemakkelijk hogere tempo’s mee en hij voelt comfortabel. Ideaal voor mijn gevoelige voeten. Zeker voor bostrainingen vind ik de 880 perfect. Als ik er zo over nadenk, is die 880 misschien wel mijn favoriete loopschoen tot dusver.”
New Balance breidde onlangs zijn loopschoencollectie uit met de FuelCell-lijn. De sympathieke Renée testte al een paar van die nieuwkomers: de Rebel en de 5280. “Beide schoenen zijn bedoeld om snel mee te lopen”, geeft de 800 meterloopster mee. “De Rebel gebruik ik vooral om 1000’tjes te lopen, de 5280 is voor het kortere werk.” Hoewel beide schoenen snelheid hoog in het vaandel dragen, is er wel een merkelijk verschil, vertelt Renée: “Als je wandelt met de Rebel, dan voelt hij als een gewone schoen: heel comfortabel. Tijdens de trainingen is hij dan weer enorm veerkrachtig. Hoe meer snelheid ik aan de schoen geef, hoe meer snelheid hij me teruggeeft. De 5280 is wat minder comfortabel, maar daar loop ik wel nog sneller mee. Ik kan hem eigenlijk met niks vergelijken. Tijdens mijn eerste trainingen met deze schoen stond ik er zelf van versteld hoe snel het ging. Met de Rebel loop je dus snel op een comfortabele manier, met de 5280 aan je voeten heb je het gevoel dat je vliegt.”
Gebruik je schoen op de juiste manier
Renée is dus blij met haar nieuwe aanwinsten, maar wijst wel op een belangrijk aandachtspunt: “Je moet ze gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn. De Rebel en 5280 zijn gemaakt om snel te lopen. Wie er duurlopen mee afwerkt, haalt als het ware de functie uit de schoen. Dat zou jammer zijn.” Terwijl Renée de verschillende schoenen bespreekt, geeft ze nog een extra tip mee: “Het is verstandig om niet elke training met dezelfde schoenen af te werken. Zeker als je veel trainingen doet. Ook je schoenen moeten herstellen. Zo verleng je de levensduur van je materiaal. Gebruik bijvoorbeeld de Rebel voor het snellere werk, en de 880 voor duurlopen.”
Wat loopschoenen betreft, heeft elke loper zijn voorkeuren. Bij Renée is dat niet anders: “Een schoen moet mij vooral de juiste steun geven, en liefst niet te veel wegen. Daar scoort de Rebel goede punten, want die vindt een goed evenwicht tussen goede steun en weinig gewicht. De pasvorm is ook belangrijk: een schoen aantrekken die meteen vertrouwd aanvoelt. Dat gevoel had ik tot dusver bij alle New Balance-modellen, dus ik was niet verrast dat het bij de Rebel en de 5280 ook het geval was. Tot slot loop ik ook niet zo graag op spikes, omdat ze mijn kuiten zwaar belasten. Een tussenmodel zoals de Rebel komt op dat vlak goed van pas.”
WK en de Spelen
Deze zomer staat voor Renée in het teken van één groot doel: een WK-ticket bemachtigen. Daarvoor moet ze wel 2.00.60 lopen op de 800 meter. “Een stevige limiet”, weet Renée. “En tot dusver heb ik nog niet stevig gelopen”, lacht ze. Maar de atlete maakt zich niet druk: “Ik voel dat ik het in me heb om die limiet te lopen. Alleen moet het ook een beetje meezitten: een goede wedstrijd in goede omstandigheden. Daar had ik de voorbije maanden wat pech mee. Maar ik ben sterker dan een paar jaar geleden en er komen nog genoeg kansen. Ik heb er vertrouwen in.”
Hopelijk haalt de Antwerpse het WK in Doha, waarna ze haar vizier op een volgend groot doel kan richten: de Olympische Spelen van 2020 in Tokio: “Vier jaar geleden proefde ik in Rio al van de Spelen en dat smaakt natuurlijk naar meer. Alleen moet ik ook daar een stevige limiet lopen (1.59.50), twee seconden sneller dan voor de vorige Spelen. Niet gek veel atleten zullen die lopen.”
De opwarming!
Het spreekt voor zich dat we Renée niet konden laten gaan zonder haar naar een paar tips voor de recreatieve loper te vragen. Met veel plezier somt ze enkele zaken op: “Verwaarloos de opwarming en de cooling-down niet. Veel lopers slaan die zaken zelfs over, terwijl ze wel degelijk belangrijk zijn.” Renée lacht: “Ik spreek uit ervaring, want ik skipte de opwarming en de cooling-down vroeger ook weleens. Terwijl dat niet logisch is, want als je er aandacht aan besteedt, verklein je de kans op blessures aanzienlijk. En als je een goede cooling-down doet, breek je het melkzuur al wat af, waardoor je sneller klaar bent voor een volgende goede training. Als opwarming loop ik meestal gewoon in, afhankelijk van het soort training aangevuld met dynamische stretchoefeningen.”
De belangrijkste tip bewaart Renée voor het laatste: “Luister naar je lichaam! Het is verleidelijk om je schema te volgen als een robot – ik deed vroeger hetzelfde. Maar dan loeren blessures om de hoek en … een mens is geen robot. Staar je niet blind op tijden, maar probeer vooral plezier te beleven aan je trainingen en wedstrijden. Als je lichaam aangeeft dat het even niet gaat, dan gaat het ook niet. Accepteer dat. Daar is niks mis mee. Integendeel: dat is net verstandig.”