Opgepast met extreme sprintsessies!

High Intensity Interval Training (HIIT) is een nieuwe rage in de fitnesscentra. Deze korte maar hevige sprintsessies brengen voor amateurs echter de nodige gezondheidsrisico's met zich mee.

HIIT houdt in dat je enkele minuten de ziel uit je lijf loopt tot je misselijk wordt, vervolgens een paar minuten rust en die combinatie een keer of tien herhaalt. Bij bodybuilders is dit soort intervaltraining al populair sinds de jaren ’90, maar nu is het ook steeds meer in trek bij de gewone fitnessbezoeker.

HIIT is vooral populair bij sportievelingen die maar weinig tijd hebben om aan hun conditie te werken. “Ik merk dat sporttijdschriften tegenwoordig veel over dit fenomeen publiceren”, zegt Paul Van Den Bosch van Energy Lab in De Morgen. “Het past in een breder maatschappelijk verschijnsel. We ondervinden steeds meer stress en prestatiedruk, maar worden ook steeds bewuster van de nood aan beweging. We willen daarom de efficiëntie uit ons beroepsleven overbrengen naar ons sportleven, maar dat is een weinig succesvolle combinatie.”

Van Den Bosch vergelijkt het met squash. “Erg populair bij grote lagen van de bevolking, onder wie ongetrainde mensen die snel en excessief aan hun conditie willen werken. Net daarom is squash een van de sporten met de hoogste mortaliteit.”

De boefenaars van HIIT denken vaak dat zo’n korte, explosieve training even efficiënt is als een lange duurtraining. Dat is echter niet zo en het kan zelfs ronduit gevaarlijk zijn. “Uithouding is de basis van elke sport, en pas daarna volgt de explosiviteit. Het omdraaien van die logica is zowat het gevaarlijkste wat je kunt doen”, zegt sportarts Chris Goossens. “Toch zie je in de fitnesszaal dikke beenhouwers die tien minuten sprinten op de loopband. Knalrode gezichten. Sorry, maar dan ga je beter een half uurtje werken in de tuin.”

Volgens Van Den Bosch zijn intervaltrainingen zeer nuttig voor getrainde atleten. Amateurs wagen zich er beter niet aan. “De ‘anaerobe inspanning’ doet alleen een beroep op hun weerstandsvermogen, maar dat heeft niets met hun gezondheid te maken. Zo wordt de hartspier niet getraind om een groter volume te krijgen, maar kweekt het hart wel een dikkere spierlaag. Geen aanrader. Ook de klassieke overlastletsels aan botten en gewrichten steken de kop op, omdat het lichaam geen tijd krijgt om zich aan te passen.”

Wie onvoldoende tijd heeft om te sporten, kiest dus beter voor minder, maar langere trainingssessies. “Drie maal veertig minuten joggen is veel efficiënter dan drie maal een half uur sprinten”, besluit Van Den Bosch.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?