Dat zware alcoholconsumptie nefaste gevolgen heeft voor je gezondheid is al in vele studies aangetoond en algemeen maatschappelijk geweten. Maar onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania wijzen erop dat er ook een verband is tussen lichte alcoholconsumptie en hersenschade.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek waarbij de Amerikaanse wetenschappers gegevens van 36.000 volwassenen uit de UK Biobank, een dataset met genetische en medische informatie van een half miljoen Britse volwassenen, geanalyseerd hebben.
Tussen nul en één alcoholeenheid (het equivalent van een half glas bier) is er amper verschil merkbaar op vlak van iemands hersenvolume. Maar je consumptie opdrijven van één naar twee of van twee naar drie eenheden alcohol per dag gaat volgens het onderzoek wel gepaard met een significante vermindering van de hersencapaciteit.
Om de impact aanschouwelijker te maken vergeleken de onderzoekers de vermindering van de hersenomvang die verband houdt met drinken met de vermindering van het hersenvolume die optreedt bij het natuurlijke verouderingsproces.
Bij iemand die van één alcoholeenheid per dag naar twee eenheden (een pint bier of een glas wijn) gaat, zijn er veranderingen in de hersenen gelijk aan twee jaar ouder worden. Van nul naar vier eenheden (twee glazen per dag dus) gaan, betekent al meteen een veroudering van tien jaar.
“Er zijn aanwijzingen dat het effect van drinken op de hersenen exponentieel is”, zegt professor Remi Daviet, één van de auteurs van de studie. “Dus één extra drankje per dag kan meer impact hebben dan elk van de vorige drankjes die dag. Dat betekent dat het niet bestellen van ‘dat laatste drankje van de nacht’ een groot effect kan hebben op je hersenveroudering.” Met andere woorden: “de mensen die het meeste kunnen profiteren van minder drinken, zijn de mensen die nu al het meest drinken.”