Het parcours van de marathon verandert in laatste instantie nog een beetje. De organisatie verplaatst de start naar de haven van Ibiza-stad. Daar valt iets voor te zeggen, want het is een gezellige locatie met een prachtig zicht op Dalt Vila, de oude stad die terecht op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat. Feniciërs, Romeinen, Arabieren en Catalanen lieten hier hun erfenis achter in de vorm van een trotse kathedraal en indrukwekkende walmuren.
Nauwelijks enkele minuten voor het startschot om 16 uur zoeken de zowat 600 marathonlopers de startvakken langs de wandelpromenade op. De sfeer is opvallend ontspannen. Helemaal vooraan staan twee Keniaanse lopers die de organisatie inhuurde om een scherpe eindtijd te lopen. Zo moet de piepjonge marathon toch wat internationaal aanzien krijgen. Naast het Keniaanse duo staat Christophe Lamont. Zodra het startschot weerklinkt, schiet onze landgenoot als een speer weg. Zijn moment de gloire duurt maar een paar honderd meter, daarna vliegen borstnummers 1 en 2 hem genadeloos voorbij. Christophe wordt uiteindelijk 32ste in 3u18′. Aan de finish grapt hij over de aanvangsfase: “Ik zag toch even paniek in de ogen van de Kenianen.”
Mijn vriendin Karin en ik starten helemaal achteraan. Zij zoekt een comfortabel tempo dat ze zo lang mogelijk wil aanhouden. Eerst maken we een lusje in de buurt van Ibiza-stad. We komen voor de tweede keer voorbij de enthousiaste cheerleaders en trekken daarna noordwaarts. Plots verandert het uitzicht. Het asfalt en het beton van de stad maken plaats voor rustige wegen door de natuur. Iets minder leuk: de weg loopt stevig op. Vooral tussen kilometer 12 en 18 zijn er lastige passages. De brandende zon vergroot de uitdaging. Gelukkig compenseren de mooie vergezichten het leed een beetje. Terwijl we tussen de citrus-, vijgen- en johannesbroodbomen lopen, schuiven de kilometers snel onder onze voeten door.