Dat er een grote winstmarge in een correcte loophouding zit, is geen geheim: je loopt sneller en verbruikt minder energie. Toch komt er bij de juiste loophouding meer kijken dan enkel een rechte rug en armen die losjes met je benen mee bewegen. Dankzij onze driedelige reeks over looptechniek, perfectioneer je je houding en loop je binnenkort dezelfde afstand net dat tikkeltje sneller.
Je bovenlichaam:
De schouders: laat je schouders losjes hangen. Zoals je waarschijnlijk al wist, zorgen gespannen schouders voor onnodig energieverlies.
De handen: maak geen vuist van je handen, maar plooi ze lichtjes naar binnen en beeld je in dat je een chipje tussen je duim en wijsvinger houdt. Hoe minder moeite je moet doen om je spieren op te spannen, hoe meer energie je overhoudt om vooruit te komen.
De onderrug en middel: houd je rug recht en leun niet voorover. Als je voorover leunt, wordt het moeilijker om te ademen, doordat je borstkas niet volledig ‘open’ is. Een slechte houding beperkt bovendien de bloedtoevoer naar je spieren, wat het lopen lastiger maakt. Een evenwichtige, lange houding zorgt er ook voor dat je heupspieren in hun meest optimale positie functioneren, wat de kans op blessures verkleint.