Het onderzoek werd gedaan door de Australiërs Michael Drew, Jill Cook en Caroline Finch, allen verbonden aan het Australian Institute of Sport. Het hoeft niet te verrassen dat een plotse trainingspiek leidt tot meer blessures en dat de Australiërs je aanraden om zorgvuldig en rustig op te bouwen. Ze doken de afgelopen maanden in de literatuur omtrent de invloed van trainingsbelasting op het blessurerisico in diverse sporten, waaronder het lopen.
Op basis daarvan concludeerden ze dat een snelle toename in de trainingsbelasting nog tot vier weken nadien een verhoogt blessurerisico met zich meebrengt. Maar wat is een snelle toename? Volgens de Australiërs is dat de verhouding tussen acute en structurele trainingsbelasting. Klinkt misschien nogal abstract en dus verduidelijken we dat graag.
De formule
Onder actue trainingsbelasting verstaan de Australiërs de inspanningen van de afgelopen zeven dagen (in minuten). De structurele belasting wordt gevormd door de inspanningen van de voorbije 28 dagen (ook in minuten). Als je de gemiddelden van beide neemt en je deelt de acute belasting door de structurele, mag je uitkomst niet hoger liggen dan 2. Is dat toch het geval, dan heb je volgens het onderzoekstrio drie keer meer kans op blessures.
Voorbeeld van een redactielid dat zich voorbereidt op de marathon … Hij trainde de afgelopen 7 dagen 200 minuten (28,57 per dag gemiddeld). De afgelopen 28 dagen was hij 900 minuten lang op pad (32,14 gemiddeld). 28,57 : 32,14 = 0,88. Conclusie: zijn trainingsschema is goed uitgebalanceerd en hij loopt op dit moment eerder weinig kans op een blessure.
Kleine kanttekening: de formule houdt alleen rekening met de trainingsduur en brengt de intensiteit niet in rekening, terwijl dat natuurlijk geen onbelangrijke factor is inzake blessures. Ook hier helpt een goed uitgebalanceerd trainingsschema, waarbij de intensievere blokken op een verantwoorde manier opgebouwd worden.