Mag je ‘in het rood’ gaan op training?

Een gezicht als een tomaat, een tong tot op de grond en een hart dat tikt als een tierelier. Wat gebeurt er met je lichaam als je in het rood gaat? Kan je trainen om langer in de rode zone te blijven? En is dat wel verantwoord? Thijs Dekiere, physical coach bij Energy Lab, geeft alleen getrainde lopers groen licht.

Wat gebeurt er met je lichaam als je in het rood gaat?
THIJS DEKIERE: “Tijdens een intense inspanning verbrand je op korte tijd veel koolhydraten, als brandstof voor je spieren. Bij dit proces komt veel melkzuur vrij, een afvalstof die je spieren doet ‘verzuren’. Je lichaam kan dit melkzuur bufferen tot een bepaalde intensiteit (snelheid). Wanneer je nog harder gaat, bouw je op korte tijd veel melkzuur op. Je lichaam is dan niet meer in staat om de opeenstapeling van melkzuur te verwerken. Het punt waarop dit gebeurt, is je omslagpunt (overslagpols) of anaerobe drempel: je gaat in het rood.”

Wat zijn de uiterlijke tekenen?
“Je spieren verkrampen door het melkzuur, je hartslag komt in de buurt van zijn maximale waarde, en je moet letterlijk naar adem happen. Deze fase is beperkt in tijd, omdat je koolhydratenreserve snel uitgeput raakt. Gemiddeld gaat het om een tiental minuten. Geoefende sporters kunnen wel langer in het rood gaan, denk aan 5000 meterlopers die het op topniveau 13 minuten volhouden.”

Mag je, terwijl je loopt, af en toe je grens overschrijden, of mijd je de rode zone beter?
“Het hangt ervan af wat je doel is. Een gedreven competitieloper kan weleens baat hebben bij een weerstandstraining. Dat vraagt wel een goede basisconditie. Ga alleen in het rood in de voorbereiding van een wedstrijd, om dat laatste procentje erbij te krijgen. Op andere momenten volstaat de normale training. Doe het ook niet als je de dag voordien nog intensief hebt gesport. En laat de ‘rode’ training volgen door een ‘groene’ rustdag of herstelloop.”

Ook een recreatieve loper wil graag eens ‘alles geven’ op training.
“Ja, maar je moet absoluut niet in het rood gaan om beter te worden. Schuif je grens op met intervallen net onder je anaerobe drempel. Zo leer je het melkzuur beter te bufferen, waardoor je een snelle stijging (in het rood gaan) langer kan uitstellen. Maximaal 10 tot 15% van je trainingstijd mag intensief zijn. Bij een geoefende atleet is dat 20%.”

Kan je trainen om langer in het rood te gaan?
“Niet echt. Het brengt je trouwens niet veel bij, als je de rode fase ‘uitrekt’. Met trainingen moet je vooral proberen het omslagpunt naar een hoger tempo op te drijven, om zo een betere tijd neer te zetten op je favoriete afstand. Troost jezelf dat elke loper in het rood kan gaan. Beginners botsen gewoon eerder op die muur dan ervaren rotten.”

Dit artikel verscheen in een eerdere uitgave van RunningBE magazine.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?