Loop je beter op tijd of op afstand?

Loop jij op training altijd een bepaalde tijd of stel je een specifieke afstand als doel? Beide aanpakken hebben hun voordeel, maar wanneer train je nu beter op tijd en wanneer op afstand?

Uit studies blijkt dat je makkelijker een gelijkmatig tempo loopt tijdens een interval waarbij je focust op tijd, maar dat je sneller loopt tijdens een inspanning waarbij je je focust op het overbruggen van een bepaalde afstand. Welke methode je kiest, hangt grotendeels af van het doel van je trainingssessie. Hieronder lichten we beide methodes toe.

Waarom en wanneer je op tijd moet lopen
  1. Om je inspanning in te schatten

Wanneer je niet bezig bent met je tempo of het aantal kilometers dat je al gelopen hebt of nog moet lopen, is het makkelijker om je lichaam aan te voelen bij verschillende snelheden. Je leert beter aanvoelen wanneer iets makkelijks of net zwaarder voelt en d.m.v. training zal je uiteindelijk ook beter kunnen inschatten hoelang je nog verder kan lopen aan een bepaalde intensiteit. Dit helpt je bij lopen ‘op gevoel’, waarbij je extra aandacht besteedt aan je ademhaling en hoe je benen voelen.

Je lichaam inschatten tijdens het lopen komt ook van pas in andere situaties, zoals op loopsessies met wind op kop, heuveltrainingen of trainingen in de warmte – deze factoren verlagen je tempo, waardoor je inspanningsgevoel een betere parameter is om je trainingsintensiteit te bepalen. Ook tempolopen zijn een trainingstype waarbij het belangrijk is om naar je gevoel te luisteren. De inspanning van een tempotraining moet ‘comfortabel zwaar’ aanvoelen en je moet in staat zijn om dit ongeveer een uur te kunnen volhouden.

  1. Om de druk te verminderen

Als je terugkeert uit een blessure of looppauze, of wanneer je je simpelweg niet 100% voelt, is het niet aangeraden om te streven naar dezelfde afstand of tussentijden die je liep voor je (verplichte) rustpauze. Lopen op tijd vermindert de druk en helpt je om rustig en op een verantwoorde manier weer op te bouwen. Een fartleksessie kan een goede manier zijn om snellere loopintervallen opnieuw te introduceren zonder de druk van een afgemeten en vooraf vastgelegde workout.

Waarom en wanneer je op afstand moet lopen
  1. Om een bepaald tempo aan te leren

Door te lopen aan een bepaald tempo gedurende een bepaalde afstand leer je jezelf te pacen. Zeker als je traint voor een wedstrijd en mikt op een specifieke eindtijd kan deze trainingsaanpak nuttig zijn. Het geeft een beter inzicht over hoe hard je jezelf kan pushen bij een bepaalde afstand en het laat je lichaam wennen aan hoe dat tempo aanvoelt. Zo weet je op wedstrijddag wat je kan verwachten.

  1. Om een bepaalde afstand te voltooien

Als je doel is om een wedstrijd te lopen – of dat nu een 5 km, 10 km, halve of hele marathon is – zijn er bepaalde ‘mijlpalen’ die je gaandeweg wil bereiken. Deze mijlpalen helpen je je progressie bij te houden en aan zelfvertrouwen te winnen, zodat je weet dat je klaar bent op de dag van je wedstrijd. Als je afstandsdoel niet om een specifieke loop gaat, maar over een aantal loopsessies per week, maand of jaar, dan is afstand een simpelere manier om op langere termijn te tracken dan tijd.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?