DO: kies voor laagjes
Bij koud weer kan je het best kiezen om meerdere kledingstukken boven elkaar te dragen. Tussen de verschillende laagjes blijft er namelijk een beetje lucht hangen en dat blijkt de beste isolator te zijn. Deze keuze heeft ook het voordeel dat je snel een laagje kunt uittrekken wanneer het alsnog te warm zou worden. Loopkledij werkt meestal via een drielagensysteem. Het shirtje vormt de basislaag en zorgt voor de zweetafvoer. Daarboven draag je een tussenlaag om de warmte vast te houden: het truitje. En het vestje fungeert als toplaag om je te beschermen tegen regen en wind.
DO: draag een muts of pet
Draag bij lage temperaturen een hoofddeksel, want via je hoofd verlies je heel veel lichaamswarmte.
DO: besteed extra aandacht aan de warming-up
Zeker in de winter is het gevaarlijk om te starten met koude spieren. Door extra aandacht te besteden aan de warming-up kan je jezelf heel wat blessureleed besparen. Pas ook op voor opspattend water, want door de plotse afkoeling liggen kuitkrampen op de loer.
DO: bescherm neus, oren en mond
Een droge, koude wind kan de huid zwaar op de proef stellen. Probeer daarom de onbedekte lichaamsdelen, zoals neus en oren, zo veel mogelijk te beschermen. Dit kan door bijvoorbeeld vaseline aan te brengen. Kies wel steeds voor een watervrij product, want anders riskeer je alsnog vrieswonden op te lopen. De inademing van extreem koude lucht kan de luchtwegen prikkelen. In dat geval kan je een bandana of een sjaaltje voor de mond doen. Op die manier wordt de buitenlucht al een beetje voorverwarmd vooraleer hij ingeademd wordt.
DON’T: katoenen kledij dragen
Katoenen kledij neemt veel vocht op, wat zorgt voor een onaangenaam, plakkerig gevoel op de huid en vooral voor een snelle afkoeling van je lichaam. Kies daarom altijd voor ademende kledij. Het is ideaal wanneer de kledij het zweet doorlaat, maar regen en wind buiten houdt.
DON’T: vergeten te drinken
In de winter is het dorstgevoel veel kleiner dan in zomerse omstandigheden. Toch verlies je ook tijdens een inspanning bij koude temperaturen heel wat vocht, en dat moet aangevuld worden. Een drank op kamertemperatuur geniet de voorkeur, omdat die het snelst wordt opgenomen. Warme dranken vertragen de maaglediging, maar zorgen wel voor een warm gevoel. Zeker na een inspanning kan dat deugd doen. Een glaasje glühwein achteraf is dan weer geen goed idee om het warm te krijgen. Alcohol vertraagt namelijk de recuperatie en zorgt er ook voor dat de bloedvaten in de huid gaan uitzetten, waardoor je sneller afkoelt.
DON’T: je schoenen bij de verwarming drogen
Niet alleen je lichaam, ook je schoenen zien af bij slecht weer. Om ze snel te drogen, kan je er het best proppen krantenpapier of keukenrol in stoppen. Wanneer ze heel nat zijn, zal je dat misschien wel een paar keer moeten herhalen. Het is in alle geval uit den boze om je schoenen dicht bij de verwarming te plaatsen, zodat ze sneller zouden drogen. De kunststof waaruit loopschoenen gemaakt zijn, is heel gevoelig voor hoge temperaturen.
DON’T: te lang blijven napraten/stilstaan na je wedstrijd of training
In volle euforie na een goeie wedstrijd heb je soms de neiging om wat langer na te praten. Of misschien doe je dat standaard na een deugddoende training met je loopmaatjes. Dat is niet echt een goed idee, omdat je door het zweet heel snel gaat afkoelen. Je kunt beter meteen gaan douchen. Is die mogelijkheid er niet op een loopevent, probeer je dan zo goed mogelijk af te drogen en trek zeker een droog shirt aan.