Kobe Ilsen: ‘Lopers zijn helden!’

Kobe Ilsen loopt op 31 mei als ambassadeur van het Rode Kruis de 20 kilometer door Brussel. Een ideale gelegenheid voor running.be magazine om de conditie van de Volt-presentator te peilen!

Hoe is het Rode Kruis bij jou terecht gekomen als ambassadeur?
“Geen idee. Ik ben geen sporticoon, om het zacht uit te drukken. Ze zochten misschien gewoon een mens van wie ze dachten: die kan iedereen volgen. Als hij het kan, kan iedereen het.”

Nu onderschat je jezelf toch? Een jonge, sterke mens als jij?
“Echt niet. Ik heb me ooit eens laten testen door het UZ Antwerpen voor een televisieprogramma. Ik was toen 25 jaar en zat in een groep met Martine Tanghe en Kris Peeters … en ik was de slechtste. De prof heeft toen letterlijk tegen mij gezegd: Kobe jongen, je bent absoluut geen talent. Ik was een van de ergsten die hij ooit gezien had. Ik ben er eigenlijk helemaal niet voor gemaakt. Ik weeg 85 kilogram, voor 1 meter 90, lopen betekent dan: een patattenzak meesleuren. En dan heb ik nog platvoeten ook, technisch lijkt het nergens op, ik loop als een boer.”

En dan toch aan lopen verslingerd geraakt!
“Het is niet omdat je geen talent hebt, dat je niet kunt trainen. Het gevoel van in vorm te zijn, dat is de grootste verslaving. Eerlijk waar, elk vertrek is kut. De moeilijkste meters zijn effectief die tot aan de deur. Leuk is het niet als je ’s morgens zonder ontbijt en nog stram van de slaap de kou instapt. Maar na vijf minuten, als je voelt dat je lijf reageert, je bloed begint te stromen, dan komt het. En het gevoel achteraf is misschien nog beter. Het besef dat je nog de hele dag voor je hebt, maar wel al 15 kilometer hebt afgebatst. Daarvoor doe ik het.”

Hoe vaak ga je lopen?
“Ik probeer driemaal per week te lopen, en evenveel keer te zwemmen. Op zich is zwemmen doodsaai. Ik denk dat ik alle tegels van het Wezenbergzwembad al een naam heb gegeven. Maar je lijf werkt, de wereld buiten bestaat even niet meer, daarvan geniet ik.”

We zijn nu al meer dan een half uur aan het lopen en je hebt al tegen elke voorbijganger goeiendag gezegd. Doe je dat altijd?
“Ja! Dat is mijn kleine strijd. Ik zeg altijd goeiendag tegen iedere loper. Mag ik bij deze iedereen oproepen om dat ook te doen? Net zoals motards dat doen. Lopers moeten elkaar steunen. Want iedereen die loopt, is iemand die heel bewust daarvoor gekozen heeft. Die heel bewust gezegd heeft: nu ga ik niet in mijn zetel hangen, ga ik geen tv kijken of geen zak chips binnenduwen. Nee, in plaats daarvan doe ik loopschoenen aan. Lopers zijn helden! Dus we moeten elkaar steunen, en goeiendag zeggen als we elkaar tegenkomen.”

Lees het volledige interview in het meinummer van running.be magazine, nu in de winkel!

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?