Laten we eerst één ding duidelijk stellen: een goede loophouding is wel degelijk een belangrijke factor om blessures te vermijden en ons zo energiezuinig mogelijk te verplaatsen. Vermijd bijvoorbeeld om te grote passen te nemen waardoor de impact van de landing beperkt wordt en loop niet met hoog opgetrokken schouders.
Daarnaast hebben we vaak het idee dat lopers die de benen hoger optrekken vaak efficiëntere lopers zijn dan lopers die hun voeten dichter bij de grond houden. Een foute conclusie, zo blijkt uit een studie uit de International Journal of Sports Physiology.
Onderzoekers bestudeerden 52 getrainde hardlopers, 31 mannen en 21 vrouwen. Iedere deelnemer werkte een een reeks korte loopsessies op de loopband af, met toenemende snelheid en tussendoor twee minuten herstel. Tijdens het lopen werd het zuurstofverbruik gemeten om de algemene loopeconomie te beoordelen. Daarbij duidde een hoger zuurstofverbruik op een slechtere loopeconomie.
Conclusie? Of je nu stuiterde of schuifelde met je benen of ergens tussenin zat, de verschillende loopstijlen hadden geen invloed op de loopeconomie. De resultaten sluiten aan bij de bevindingen van eerder studies, die suggereerden dat hardlopers onbewust zelf een hardloopbiomechanica (paslengte, pasfrequentie, contacttijd, …) aannemen, onderstrepen de onderzoekers.
“Het heeft dan ook geen zin om één specifiek looppatroon naar voren te schuiven”, besluiten de onderzoekers. “Daarom moeten coaches niet proberen het spontane looppatroon van hardlopers proberen een te passen om hun loopeconomie te verbeteren.” Heb je toch nog vragen over je looppatroon, dan kan je best even langsgaan bij een fysiotherapeut of een specialist.
