 |
| Is inlopen noodzakelijk? (foto theamazingpage.com) |
Het onderzoek dat werd uitgevoerd door de universiteit van Calgary richtte zich op wielrenners. Veel van de trainingsprincipes voor wielrenners zijn ook toepasbaar voor hardlopers. Dat maakt dit onderzoek interessant. De vraag die vooraf speelde: is de traditioneel veel gebruikte warming-up goed? Om dat te testen stelde de onderzoekers een andere warming-up samen. Eentje die een stuk lichter was.
De groep wielrenners mochten eerst hun gebruikelijke voorbereiding doen op een wedstrijd. Die warming-up beslaat zo’n 50 minuten in totaal. De eerste 20 minuten wordt gebruikt om in te fietsten. Hierbij gaat langzaam de intensiteit omhoog van 60% naar 95%. Daarna werd vier maal een interval gefietst van 8 minuten per interval. De onderzoekers maakten het de sporters een stuk makkelijker. Niet alleen werd de duur ingekort, ook de intensiteit ging een stuk omlaag. De combinatie zorgde voor een veel lichtere warming-up. Bij de traditionele opzet behaalden de wielrenners rond de 80 watt. Na de veel lichtere warming up kwamen ze 9 watt hoger uit: 89 watt. Dat is een aardig verschil. Je hebt dan 11% meer kracht over.
Conclusie
Het warmdraaien doe je voor een groot deel om goed klaar te zijn voor een training of wedstrijd. Koel een wedstrijd ingaan of met je favoriete trainingsronde starten levert een verhoogd risico op blessures op. Na afloop van de lichtere warming up werd een minder hoge vermoeidheid door de sporters aangegeven.
Voor de recreatieve hardloper wordt vaak een warming-up van 10 tot 20 minuten geadviseerd. Spieren, pezen en de bloedsomloop worden daarmee geactiveerd. Je hart en je longen komen in actie. Tijdens de opbouw neemt ook je lichaamstemperatuur toe. Hierin zit inlopen verwerkt, verschillende dynamische oefeningen en versnellingsloopjes.
