Intervaltrainingen helpen je om gedurende een langere tijd aan een snel tempo te lopen. Wat houdt zo’n intervalloop precies in?
* Verloop: je wisselt korte, snelle stukken af met langere, trage stukken. In de snelle stukken ga je bijna tot het uiterste, tijdens de trage stukken kan je lichaam vervolgens herstellen.
* Gemiddelde duur: 30 à 60 minuten
* Intensiteit: hoger dan bij een duurloop, namelijk net onder de anaerobe drempel. Hierdoor verleg je je uithoudingsgrens, waardoor je langer kan lopen aan een hoger tempo.
* Gevoel: minder comfortabel dan een duurloop, je kan minder vlot praten
* Ideaal voor lopers die een snelle wedstrijd willen lopen. Maar in feite horen ze thuis in het trainingsschema van elke loper. Let erop dat hun aandeel niet meer dan 10 tot 15% van al je looptrainingen bedraagt.
Voorbeeld van een intervaltraining
* 10 minuten rustig inlopen
* 5 intervalblokken: 3 minuten net onder anaerobe drempel lopen + 2 minuten herstel na elke tempoversnelling (x 5)
* 10 minuten rustig uitlopen
* Totale duur: 45 minuten
Twee varianten van intervaltraining zijn fartlektraining en heuveltraining.