Op de halve marathon van Valencia zondag verpulverde Kibiwott Kandie het wereldrecord met 30 seconden. Nog drie andere lopers doken ook onder het oude wereldrecord. Kandie won met Adidas-materiaal aan zijn voeten en dat terwijl Nike de voorbije jaren de plak zwaaide als het op wereldrecords aankwam.
“Nike bezat een voorsprong omdat ze vier jaar geleden als eerste de carbontechnologie hadden ontwikkeld”, zegt Koen Wilssens, CEO van Runner’s Lab, in Gazet van Antwerpen. “Dat leidde tot grote onrust bij de concurrenten, die moesten vaststellen dat hun atleten amper konden winnen. Er ontstond een enorme wedloop. Anderhalf jaar later hadden de andere merken hun achterstand bijgebeend, waardoor er nu volwaardige alternatieven op de markt zijn.”
De combinatie van een carbonfiberplaat en een dikke schuimlaag verhoogt het loopcomfort en vermindert het energieverbruik. Het kan volgens studies voor de drager van de schoen een voordeel tot 6 procent opleveren. “Hoe sneller je loopt, hoe groter het effect. Dan beginnen het push forward- en het hefboom-effect volop te renderen”, legt Wilssens uit.
Hebben schoenen met dergelijke carbonzolen ook zin voor recreanten? “Als trainingsschoen tijdens trage duurlopen hebben ze niet veel zin”, aldus Wilssens. “De vaste carbonplaat maakt de schoen veel stijver. Om dan nog een buigpunt te creëren, moet je voldoende snelheid en gewicht ontwikkelen. Anders remt die plaat af en zit je met een contraproductief effect. Sowieso zijn het meestal lopers met enige ambitie – die pakweg 15 km/u halen – die zo’n materiaal kopen.”
De gesofisticeerde carbonschoenen zullen de vrijetijdsmarkt dus niet veroveren? “Met hun wedstrijdmateriaal maken de merken geen winst, maar het gaat hen om naambekendheid en imago. Ze willen zich manifesteren als modern en innovatief en op die manier ook de vrijetijdsmarkt bespelen”, legt Wilssens uit.