Tijdens de wintermaanden sporten we over het algemeen wat minder, maar het is natuurlijk wel belangrijk om gezond te blijven, onze weerstand op peil te houden en voedingstekorten te vermijden. Als je weerstand optimaal blijft, herneem je na een (relatieve) rustperiode zonder kwaaltjes, blessures of ziektes je trainingen. Als je vaak sport, verbruikt je lichaam meer zuurstof en heeft het dus ook meer energie nodig. In zo’n geval heb je meer voeding (vitaminen en mineralen) nodig. Maar als je slecht eet tijdens de wintermaanden terwijl je toch nog veel traint, pleeg je als het ware roofbouw op je lichaam. Een verminderde weerstand is het gevolg.
Verwenperiode
Na een lang seizoen mag je jezelf best eens verwennen. Je eet tijdens de winter beter iets te veel dan te weinig. Je hoeft geen vijf kilo aan te komen, maar je mag gerust een kleine reserve opbouwen om de wintermaanden goed door te komen. Uiteraard is dit wel afhankelijk van hoeveel vetreserve je reeds hebt. De reserve wordt beter aangevuld door gezonde voeding en beperk je best tot zo’n 1 à 2-tal kilo wanneer je reeds een laag vetpercentage hebt.
Er zijn verschillende soorten voedingsmiddelen en voedingsstoffen die essentieel zijn om een gezond immuunsysteem te onderhouden. Denk maar aan omega 3-vetzuren, vitamine C, vitamine E, zink, ijzer, selenium, probiotica, …
Kies geregeld voor …
1. Volkoren granen: volkoren brood, volkoren pasta, bruine rijst, volkoren crackers, …
2. Voldoende variatie in fruit en groenten = kies voor veel verschillende kleuren alsook voor seizoensgroenten of seizoensfruit
3. Neem wekelijks 1 x vette vis: makreel, haring, zalm, sardienen, …
4. Gebruik bij verse salade gerust eens olijfolie, koolzaadolie, avocado, gerookte zalm, …
5. Gebruik een kleine hoeveelheid smeervet verrijkt met omega 3 vetzuren bij de broodmaaltijd
6. Vitamine D bronnen: vette vis, eidooiers (beperken tot maximaal 3 per week)
Probeer volgende zaken te beperken of vermijden …
1. Alcohol
2. Vette vleeswaren, volle melkproducten, vaste boter
3. Koekjes, snacks, taart, … (zaken rijk aan suiker en vet)
4. Fastfood