Vorige week hadden we het al over het ‘Running across Europe’-onderzoek, dat becijfert hoe lopen is uitgegroeid tot een van de meest populaire sporten in Europa. Professor Jeroen Scheerder van de onderzoeksgroep Sport- en Bewegingsbeleid (KU Leuven) is samen met de Nederlander Koen Breedveld auteur van de publicatie, en heeft in de kranten van De Persgroep nu ook meer duiding gegeven bij de Vlaamse cijfers uit het onderzoek.
“Vandaag zijn er in Vlaanderen ongeveer 1,2 miljoen mensen die minstens één keer per jaar de loopschoenen aantrekken”, zegt Scheerder in De Morgen. Het aantal lopers (goed voor 19% van de Vlamingen tussen de 12 en 75 jaar) is daarmee groter geworden dan het aantal Vlamingen dat aan sport doet in competitieverband (16%). Vlaanderen staat daarmee op drie in Europa, na Denemarken (31%) en Duitsland (25%), en doet ruim beter dan het Europees gemiddelde (12%).
Dat lopen de popualirste sport in Europa is, komt volgens de onderzoekers door de positieve gezondheidseffecten en door het flexibele karakter van de sport. Voor de loophype in Vlaanderen spelen ook drempelverlagende initiatieven zoals Start to Run én de aanwezigheid van loopparcours in bijna de helft van de Vlaamse gemeenten mee.
FESTIVALLISERING VAN HET LOPEN
Volgens Scheerder is de groei van het lopen niet meer zo spectaculair als tien jaar geleden, maar de sport blijft nog altijd zieltjes winnen. Die verdere groei is vooral te danken aan de ‘derde loopgolf’, door Scheerder ook wel de ‘festivallisering van het lopen’ genoemd. “Loopwedstrijden worden meer en meer evenementieel. Denk aan de vele Santa runs, obstacle races of Urban Trails. Die festivalisering heeft een nieuw, veel jonger publiek naar de sport gelokt. Het is een publiek dat anders allicht nooit voor de sport gewonnen was.”
Volgens het onderzoek geeft de gemiddelde Vlaamse loper jaarlijks 217 euro uit aan zijn hobby. Dat is meer dan het Europese gemiddelde van 192 euro. De Vlaamse loper spendeert jaarlijks gemiddeld 85 euro aan schoenen, 65 euro aan kleding, 18 euro aan inschrijvingsgelden, 16 euro aan transport, 12 euro aan sociale kosten en 21 euro aan overige kosten.
