Drinken voor dummies

Voldoende drinken voor, tijdens en na het lopen is belangrijk. Zeker in de zomer, maar eigenlijk heel het jaar door. Paul Van Den Bosch van Energy Lab legt nog eens piekfijn uit welke drank je op welke moment moet gebruiken. Schol!

Nu het zomer is, verdient je vochtbalans extra aandacht. Maar dat wil niet zeggen dat drinken in de winter onbelangrijk is, integendeel! “Velen denken dat ze in de winter minder vocht verliezen, maar ook dan zweet je, al valt het minder op”, zegt Paul Van Den Bosch. “Als het fris en droog is, verdampt het zweet veel beter voor het van je hoofd afloopt, maar het vochtverlies is er wel degelijk. Voldoende drinken is dus de boodschap, in elk jaargetijde.”

Als het echt warm is of als je een overmatige zweter bent, is het wel aangewezen om nog extra te drinken. “Bij een verlies van 2 % lichaamsgewicht door zweten, kan dat tot wel 30 % prestatieverlies veroorzaken. Dat leidt in de eerste plaats tot krampen. Ik zal zelfs meer zeggen: in 90 % van de gevallen zijn krampen te wijten aan onvoldoende vochtopname tijdens de inspanning.”

Op training

Voor lopers is het tijdens de training minder relevant om te drinken dan bijvoorbeeld voor fietsers. “Bij een training van minder dan 1,5 uur is het niet per sé nodig om te drinken”, zegt Van Den Bosch. “Op voorwaarde dat je vooraf goed gehydrateerd bent en achteraf het verloren vocht weer aanvult. Aan de kleur van je urine kan je zien of je voldoende drinkt. Als die doorschijnend is, zit je goed. Bij een donkere kleur is je urine geconcentreerd, en moet je dus meer drinken.”

Voor de vochtaanvulling achteraf heeft de coach van Energy Lab een handig hulpmiddeltje. “Weeg jezelf voor en na de training, vermenigvuldig het gewichtsverlies met anderhalf en je hebt de vochthoeveelheid die je moet bijtanken. Ben je bijvoorbeeld tijdens het lopen 1 kg kwijtgeraakt, dan moet je achteraf 1,5 liter drinken om het vochtverlies te compenseren.”

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?