DO: Slaap uit en warm op!
De avond voordien op de lappen gaan, is geen al te best plan. Brys: “Zorg ervoor dat je uitgeslapen bent en vertrek tijdig, zodat je je kunt opwarmen. Wie uit de wagen stapt, zich inschrijft en meteen start, zal het lastig hebben. Belangrijk is om alle spieren goed los te gooien. Een twintigtal minuten rustig inlopen langs het parcours, bijvoorbeeld. Zo kan je meteen enkele hindernissen verkennen.”
DO: Draag handschoenen!
Handschoenen zijn geen overbodige luxe. “Bepaalde hindernissen neem je tegen een vrij hoge snelheid. Dan zijn handschoenen best handig. Let wel: geen werkhandschoenen, maar wielerhandschoenen, waarin je vrij kunt bewegen.” Nog een vestimentaire tip: stevige loopschoenen. “Met All Stars moet je er niet aan beginnen.”
DO: Zoek een buddy!
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Zoek je dus een loopbuddy! “Iemand die ongeveer hetzelfde tempo loopt als jij. Zo kan je elkaar over de moeilijke momenten heen helpen.”
DO: Gebruik je armen!
Logisch, zal je denken, hoe moeten we anders over die hindernissen raken? Maar ook tijdens het lopen zijn de armen van belang. Brys: “Lopen lijkt erg simpel: je zet de ene voet zo snel mogelijk voor de andere. Zo eenvoudig is het niet. Wapperende, zwiepende armen kosten je veel energie en vermoeien je spieren. Als je je armen voor- en achterwaarts duwt, zodat ze je kunnen trekken, zal je makkelijker recupereren.”
DON’T: Te veel tijd in de fitness spenderen!
Nee, je hoeft geen weken in de fitness te hebben doorgebracht om in de Spartacus Run hoge ogen te gooien. “Integendeel”, meent Brys. “Volgens mij hebben snelle, lenige personen de beste troeven. Het komt erop aan de hindernissen vlot te nemen – daar kan je immers het meeste verschil maken – en tijdens het lopen op adem te komen.”
DON’T: Onderschatting!
Ook al is de Spartacus Run een uitgelezen teambuildingsactiviteit en staat het plezier centraal, een minimale voorbereiding is noodzakelijk. “Wie sport vooral vanuit de zetel volgt, doet er goed aan enkele weken voordien zelf in actie te schieten”, zegt Brys. “Specifieke krachtoefeningen – pompen, squats, sit-ups – kunnen je helpen, maar belangrijker is dat je over een basisconditie beschikt. Een drietal keer per week lopen, lijkt me aangewezen.”
DON’T: Te veel kledij aantrekken!
Hoe meer kleren je draagt, hoe meer gewicht je meesleurt. “Draag dus zeker geen lange broek. Een short en comfortabel T-shirt volstaan. En je hoeft geen schrik te hebben om te onderkoelen: tijdens de race warm je toch vanzelf op.”
DON’T: Je laten meeslepen!
Net voor de start stoomt opzwepende muziek de deelnemers klaar. “Laat je vooral niet meeslepen door de massa”, zegt Brys. “Velen stormen als een gek weg en vergalopperen zich. Zelf schoof ik elke hindernis geleidelijk op.”
Dit artikel verscheen in een van de vorige edities van running.be magazine.
