Doodloper

Wanjiru ontpopt zich op 24 augustus 2008 tot nationale held door in Peking olympisch kampioen te worden op de marathon. Daarna gaat het steil bergaf met de Keniaan. Drank, overspel en vechtpartijen, zo gaan de geruchten.

Op 15 mei komt het turbulente leven van Wanjiru abrupt ten einde na een val van zijn balkon in zijn woonplaats Nyahururu. Een ongelukkige samenloop van onmstandigheden volgens de ene, brute moord zegt de andere.

De officiële verklaring is dat Wanjiru zijn vrouw achterna wil lopen, nadat zij hem en zijn minnares heeft betrapt in het echtelijke bed. Aangezien de twee opgesloten worden in de slaapkamer is de enige optie uit het balkon springen, met de fatale afloop tot gevolg.

Volgens de moeder van Wanjiru is de dood van haar zoon echter een complot tussen zijn echtgenote, de minnares en de politie. Zij zouden dik 300.000 euro uit de kluis van de toploper onder elkaar verdeeld hebben.

Geweld, seks en samenzwering, genoeg voer voor een reality-thriller! Dat vond ook de Nederlander Frits Conijn, die samen met Simon Maziku in het boek Doodloper het leven en de noodlottige dood van Wanjiru heeft gereconstrueerd.

De biografie van Wanjiru is meer dan een whodunit. Het vertelt een groter verhaal. Over de moeilijkheden en valkuilen van de Afrikaanse sportkampioen. “Natuurlijk is er een les”, zegt Conijn in De Morgen. “Want Wanjiru is geen alleenstaand geval. Hij vertelt een groter verhaal, weliswaar in de overtreffende trap. 

“Zijn verhaal is een pleidooi voor meer begeleiding van talenten. Dat bewustzijn groeit in Kenia. In de epiloog van het verhaal komt psycholoog Lukoya Atwoli aan het woord. Hij pleit voor meer scholing, ook in het beheer van geld, en in een mentorrol van oudere atleten. Opdat er nooit een tweede Samuel Wanjiru zou komen.”

Doodloper van Frits Conijn telt 288 pagina’s en wordt uitgegeven door Tirion Uitgevers.