Wat veroorzaakt wintertenen en -handen?
Bij koud weer vernauwen de bloedvaten en vermindert de bloeddoorstroming. Als je niet snel op de temperatuursverschillen kan reageren, hoopt het bloed op in uitstekende lichaamsdelen, zoals je vingers en tenen. Dat is een normale reactie van het lichaam om je – en je vitale organen – warm te houden. Bij wintertenen en -handen (in de medische wereld ook wel ‘perniones’ genoemd) krijg je jeukende, pijnlijke, tintelende tenen of vingers die soms ook koubulten vertonen. Dat zijn roodpaarse bultjes of blaasjes die pijn doen of branderig aanvoelen en waarop kloven kunnen ontstaan. Je vingers of tenen kunnen helemaal wit kleuren en nadien blauw-rood worden als je ze opwarmt.
Hoe voorkom je ze?
Het ligt voor de hand, maar wees het koude-effect voor: kleed je warm aan en draag goedpassende, ademende handschoenen en sokken van hoge kwaliteit. Neem eens een kijkje bij je outdoorsportwinkel en vraag om advies. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat je hele lichaam (niet enkel je voeten en handen) het warm heeft, dus draag laagjes en thermische kleding. Vermijd daarnaast te nauwe schoenen en kleding, waarmee je de bloeddoorstroming verhindert.
Krijg je zodra je deur uitstapt al meteen koude handen en heb je gedurende je verdere loopsessie pijn? Neem dan een handwarmer mee die je nadien kan wegsteken of investeer in elektrische handschoenen.
Hoe behandel je ze?
Gezien er nog geen wondermiddel bestaat voor winterhanden en -tenen, is het vooral belangrijk om de doorbloeding weer op gang te brengen. Voldoende bewegen is daarom redmiddel nummer één. Vaak worden ook wisselbaden aangeraden, waarbij je warm water (2 à 3 minuten) met koud water (2 à 3 seconden) afwisselt om zo de doorbloeding te bevorderen. Vermijd echter direct contact met heet water, want dat verergert de klachten.
Ervaar je veel last en lijkt er niets te helpen? Contacteer dan je huisarts. Die kan bij ernstige klachten cortisonezalf of medicatie voorschrijven.