De Transalpine Run: yes, we dit it!

Heidi Janssens en Dirk Van Thuyne hebben de Gore-Tex Transalpine Run achter de rug. Op Running.be brengen ze verslag van hun achtdaagse looptocht door de bergen. Vandaag: de laatste twee etappes.

ETAPPE 7: SANKT VIGIL (ITA) – NIEDORF IM PUSTERTAL (ITA): 42,195 km – 1963 hm

Dag 7 van de Transalpine Run kondigt zich rampzalig aan. Heidi heeft wat last van keelpijn terwijl bij mij het rechterscheenbeen hardop begint te protesteren. Nochtans staat er ons vandaag een etappe te wachten over de volledige marathonafstand. Met twee stevige beklimmingen zullen we opnieuw onze grenzen moeten verleggen.

Tijdens de aanvangskilometers fluistert Heidi meermaals “Dit heeft geen enkele zin meer”. Ik ken haar intussen al een beetje en zwijg wijselijk. Na de eerste bevoorrading beginnen we aan de beklimming van de Forcella Sora Forno (2380). Organisator Wolfgang had gisterenavond nog gezegd dat dit volgens hem de allermooiste etappe was en we kunnen niet anders dan hem gelijk geven.

In het zicht van de top zien we één van de dokters die op de moto de wedstrijd volgt. Hij geeft Heidi wat magnesium om opkomende krampen in de kuit tegen te gaan. Na de top volgt er een heel technische afdaling. Had ik deze beelden op voorhand gezien dan zou ik nooit deelgenomen hebben. Ik heb namelijk nogal wat last van hoogtevrees. Maar vreemd genoeg heb ik hier geen schrik en kom ik vlot voorbij deze moeilijke passage. Nou ja, vlot. Alles is natuurlijk relatief.

’s Avonds zie ik op de dagfilm namelijk mannen die hier gewoon blijven doorlopen, zonder de ketting vast te pakken. De afdaling betekent wel een regelrechte aanslag op mijn scheenbenen. Het rechter deed al pijn en nu laat ook het linker van zich horen. We verbijten de pijn. Het werkelijk schitterende uitzicht op de Pragser Wildsee helpt daarbij. Daar is ook de tweede bevoorrading en we blijken al een voorsprong van net geen 2 uur op de tijdslimiet te hebben.

Na twee bekers sportdrank, een gelleke, enkele stukken droog brood en lekker veel plakjes chocoladecake te hebben genuttigd, vervolgen we onze weg. En die gaat gelijk omhoog. Steil omhoog want op amper 4 kilometer afstand moeten we 700 hoogtemeters overbruggen. Dat verloopt vrij vlot maar dan beginnen we aan een zo mogelijk nog steilere afdaling.

Beide scheenbenen huilen van de pijn maar we blijven doorgaan. Al begin ik me wel vragen te stellen over het feit of ik dit nu echt uit vrije wil doe. De gedachte aan het felbegeerde finishershirt verzoent me echter snel met de realiteit.

Bovendien zien we dat er nog veel deelnemers slechter aan toe zijn dan wij. Een Brit (quadriceps) en een Duitse (knie) kunnen niet anders dan de helling achterstevoren af te dalen. We staan in bewondering voor zoveel wilskracht en doorzettingsvermogen en hopen dat ze ondanks alles het einde zullen halen.

Bij de laatste bevoorrading is onze voorsprong op de tijdslimiet al geslonken tot een dik half uur. Maar we halen ook de eindstreep van etappe zeven. Meteen breng ik een bezoekje aan de wedstrijddokter. Mijn beide scheenbenen zien bloedrood en de kousrand snijdt in mijn gezwollen benen.

Bezorgd vraag ik of ik morgen nog kan lopen. De dokter wrijft over mijn benen en kijkt bedenkelijk. “You have only one option”, zegt ze. Ik verwacht een antwoord dat ik liever niet wil horen. En dan plots: “You must race”. Ze bezorgt me een coldpack, wat gel en enkele ontstekingsremmers waarna ik een duik in de plaatselijke fontein neem.

ETAPPE 8: NIEDERDORF IM PUSTERTAL (ITA) -SEXTEN (ITA): 33,4 km – 1269 hm

Wanneer we aan de startopstelling van de laatste etappe komen, springen de tranen in mijn ogen. Niet door de pijn in mijn benen (die dankzij de medicatie draaglijk is) maar wel door het zien van Jan. De voorbije dagen hebben we regelmatig in zijn aangename gezelschap doorgebracht en nu staat hij daar: zonder rugzak, zonder loopschoenen maar vooral … zonder borstnummer. Op wilskracht heeft hij gisteren nog de zevende etappe uitgelopen maar zijn scheenbeen verhindert hem om de ultieme bloem te plukken.

Ik vind het verschrikkelijk voor hem maar eigenlijk heeft hij alles al bewezen. Pas vier jaar geleden is hij namelijk gestart met sporten en nu heeft hij hier bijna driehonderd kilometer op zeven dagen gelopen. Tonnen respect!

De eerste kilometers blijft de grootste pijn uit, al dient er zich een nieuw probleem aan. De linkerkuit dreigt in de kramp te schieten, een probleem waar ook Heidi opnieuw mee geconfronteerd wordt. Gelukkig ontmoeten we even verder de wedstrijddokter die ons opnieuw van magnesium voorziet.

Na een vrij vlakke aanloop beginnen we daarna aan de laatste beklimming van de Gore-Tex Transalpine Run 2010: de Dreizinnenhütte, misschien beter gekend als de Tre Cime di Lavaredo (2405 meter). Ondanks alle pijn genieten we van de schitterende uitzichten. We merken ook dat het deelnemersveld een heus slagveld is geworden. Zowat de helft van de deelnemers heeft tape rond de knie, op de dij of rond de kuit.

Helemaal boven staat een veelkoppig ontvangstcomité ons op te wachten en blijgezind beginnen we aan de laatste afdaling. Daarnet zijn we overigens een belangrijke mijlpaal voorbijgekomen. Op een rots stond er in oranje verf ‘300 km!!’ geschreven.

De afdaling verloopt heel voorspoedig tot plots het noodlot toeslaat. In volle afzink struikelt Heidi en ze komt vol op haar kin terecht. Heel even blijft ze groggy op de grond liggen maar snel staat ze weer recht. Er sijpelt wat bloed uit haar kin en ook haar handen zijn geschaafd. Ik doe mijn best om de wonden te verzorgen maar … ’the show must go on’.

Iets voorzichtiger dalen we verder af naar de laatste bevoorradingspost die niet meer zo veraf is. Ruim onder de tijdslimiet komen we daar aan en we beseffen dat de buit nu echt binnen is. Er resten ons nog zes kilometers tot aan de echte finish maar daar hebben we alle tijd voor.

Toch wil Heidi niet weten van het wat rustiger aan te doen en we hollen naar de eindstreep. Hand in hand overschrijden we na 310 kilometers, 13800 hoogtemeters en dik 52 uur de eindstreep. In de aankomstzone valt iedereen elkaar rond de nek. Van Jutta, Heike, Ulrike, Casper, Matthias en de vele anderen hadden we acht dagen geleden nog nooit gehoord en nu staan we hier samen te springen met de tranen in de ogen.

De Belgen hebben zich verzameld in de buurt van de Gore-Tex-tent. Er barst een klein feestje los maar ik wil eerst nog iets anders doen. Tussen al het gejoel door ga ik op zoek naar de wedstrijddokter die werkloos op een plooistoeltje zit. Ze herkent me meteen. Ze is totaal verrast wanneer ik haar bedank met een welgemeende zoen. Yes, we did it!!
 

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?