De meeste sportpsychologen zijn het erover eens: atleten presteren beter in groep, dan alleen. Sportpsychologe Caroline Jannes (42) deelt die mening. Jannes is verbonden aan het centrum voor sportgeneeskunde van het UZ Gent, heeft haar eigen sportpraktijk Psy4sport en werkt intensief met atleten. “Volgens een belangrijke motivatietheorie, de Self Determination Theory, zijn heel wat mensen meer gemotiveerd, als ze verbondenheid voelen met anderen”, legt ze uit. “Zij vinden er plezier in om samen te trainen, zeker als ze merken dat ze vooruitgaan.”
“De sociale controle valt niet te onderschatten”, gaat ze verder. “Duolopers laden zich veel sneller op om te gaan trainen, omdat ze hun partner niet in de steek willen laten. Voor sololopers is de verleiding groter om thuis te blijven.”
Verbale aansporingen hebben een belangrijk effect op het volhouden van een zware inspanning, bevestigt de sportpsychologe. “Een Komaan! op een moeilijke helling kan de loper een flinke duw in de rug geven.”
Aan welke criteria moet het ideale loopmaatje dan wel voldoen? “Hij of zij loopt in hetzelfde tempo of nét iets sneller dan jij, zodat je gemotiveerd bent om beter te worden”, stelt Jannes. “Belangrijk is dat er een gevoel van gelijkwaardigheid is tussen de twee lopers. Loopmaatjes die veel beter zijn dan jij, of op wie je altijd moet wachten, halen je motivatie naar beneden. In die zin is het nuttig om je aan te sluiten bij een club, waarin je gelijkgezinden vindt.”
Lees het volledige artikel, inclusief getuigenissen van enkele loopmaatjes, in het meinummer van running.be magazine, nu in de winkel!
