De gazelle van de nieuwsdienst

Ze is gebeten door de actualiteit en bezeten door de sport. Nieuwsanker Hanne Decoutere switcht tussen ballerina's, stijgijzers en loopschoenen.

Ze is de diva van de VRT-Nieuwsdienst, de elegantie in hoogsteigen persoon, gracieus in alle geledingen. Sierlijkheid die bovendien gepaard gaat met een bijzonder hoog sportief gehalte. Wie nagenoeg elke dag de hartslag de hoogte injaagt, hetzij op loop- of balletschoenen, is gebeten en bezeten van sport. Hanne Decoutere (35) hoort thuis in dat rijtje. “Sport heeft een belangrijke plaats in mijn leven en dat zie ik de volgende jaren nog niet zo gauw veranderen.” Een babbel met een gelijkgestemde ziel over lopen, bergbeklimmen, sporten in combinatie met werk en gezin, en de grootste passie van allemaal: dansen!

Wat betekent lopen en bij uitbreiding sporten in jouw leven?
Hanne Decoutere: “Het is pure ontspanning. Ik voel er geen competitiedrang bij, dat heb ik eerder bij het dansen. Hoewel, wanneer ik met iemand ga lopen, wil ik toch altijd de eerste zijn (lacht). Wat ik wil zeggen: ik train niet speciaal voor wedstrijden. Geef mij maar gewoon de vrijheid en de rust die ik bij het lopen voel. Verplichtingen hoeven daar niet bij te zijn. Ik ga elke week drie à vier keer op pad. Meestal mik ik op een uur lopen, maar als ik niet veel tijd heb, dan stopt de klok na drie kwartier.”

Ben je een einzelgänger op loopschoenen of een gezelschapssporter?
“Niks beters dan alleen lopen door een bos of in de natuur. Er zijn nochtans heel veel mensen die me vragen om samen te lopen, maar dat gaat me toch niet zo goed af. Het is moeilijk om je tempo af te stemmen op elkaar. Vaak erger ik me aan het trage tempo en wanneer het veel te snel gaat, heb je er ook niks aan. Laat me maar alleen, dan heb ik veel tijd om na te denken en creatief te zijn.”

“Niks beters dan alleen door een bos of in de natuur lopen”

Heb je een bepaalde manier van trainen? Is erover nagedacht?
“Niet echt (aarzelt). Een schema volgen houdt toch ergens een verplichting in. Daar pas ik voor. Mijn trainingen zijn monotoon, gericht op lange duur, met een lage hartslag en zonder enige vorm van interval. Ik weet dat het indruist tegen de wetten van inspanningsfysiologen om je conditie te verbeteren, maar dat is mijn doel ook niet.”

Geen competitiedrang zei je daarnet, dat betekent dus helemaal geen wedstrijden?
“(Steekt vingertje op) Dat dan ook weer niet. Elk jaar loop ik de 20 kilometer door Brussel, behalve vorig jaar tijdens m’n zwangerschap. Maar wanneer de meimaand eraan komt, ben ik in wedstrijdmodus. Dan kan ik mezelf ook motiveren om wat langer te lopen. In die periode drijf ik de duur van mijn trainingen wel eens op tot twee uur of langer.”

“Wanneer de meimaand eraan komt, ben ik in wedstrijdmodus”

Dan heb je een stevige basisconditie, anders moet je er zelfs nog niet aan denken.
“Ik loop zomer en winter. Regen of sneeuw, het maakt me allemaal niks uit. Drie keer per week is het minimum en daar laat ik de weergoden niet tussenkomen.”

“Drie keer per week lopen is het minimum. Daar laat ik de weergoden niet tussenkomen”

Heb je vaste momenten?
“Dat ligt moeilijker. Ik ben afhankelijk van mijn dienstrooster. De ene keer loop ik ’s ochtends, de andere keer ’s middags en soms, als het moet, ’s avonds. Sinds enkele maanden is er ook een dochtertje bijgekomen en dat betekent dat ik mijn training nog beter moet plannen. Ik heb één groot voordeel: we wonen vlak bij het Zoniënwoud. Wanneer ik mijn deur uitstap, begin ik te lopen. Ik verlies gelukkig geen tijd met extra verplaatsingen.”

“We wonen vlak bij het Zoniënwoud. Mijn speeltuin is enorm groot”

Heerlijke omgeving!
“Zeg dat wel. Ik kom het bos binnen langs de kant van Jezus-Eik en vanaf dan heb ik keuze zat. Pittig trouwens, want het golft er serieus bij momenten. Ik heb drie verschillende lussen, van 45 minuten tot anderhalf uur, afhankelijk dus van hoeveel tijd ik heb. Soms loop ik tot aan het arboretum in Tervuren. Als ik de andere kant op ga, kom ik uit in Hoeilaart of Ukkel. Mijn speeltuin is enorm groot.”

Je hebt een balletachtergrond, heel intensief zelfs, en je loopt vaak. Hoe komt het dat je zo sportief bent?
“De verklaring daarvoor moet je bij mijn ouders zoeken. Zowel mijn mama als mijn papa is licentiaat lichamelijke opvoeding. Zo kreeg ik sport met de paplepel binnen. Toen ik jong was, ging ik vaak lopen met mijn moeder (grijns). Ze liet me nooit winnen. Op dat moment kon ik er niet mee lachen! Achteraf bekeken heeft het zeker een deel van mijn karakter gevormd. Het heeft me doorzettingsvermogen geschonken.”

(Plagerig) Misschien was je gewoon niet goed genoeg om je mama te kloppen?
“Pas op, ik was lang niet slecht als jong meisje. Zo deed ik mee aan de scholenveldlopen en ik kwam ook met prijzen naar huis. Weet je dat ik nog Belgisch kampioen veldlopen ben geweest?”

“Weet je dat ik nog Belgisch kampioen veldlopen ben geweest?”

Petje af! Lang vervlogen tijden …
“Inderdaad (lacht). Eind jaren tachtig moet dat geweest zijn. Eerst werd ik Limburgs kampioen en daarna mocht ik deelnemen aan het Belgische kampioenschap.”

Als ik dat zo allemaal hoor, dan is er een talent aan jou verloren gegaan. Je hebt de lichaamsbouw van een gazelle. Je had op de Olympische Spelen kunnen staan, Hanne!
“Dat denk ik niet. Ik heb wel aanleg om te lopen en ik doe het ook graag, maar topatlete worden is nog wel iets anders. Bovendien had (en heb) ik een andere passie. Op het moment dat ik titels veroverde in het veldlopen, kon ik beginnen met ballet. Spikes of een tutu, mijn keuze was snel gemaakt.”

Je ouders hebben je sport bijgebracht. Zo zie je maar hoe belangrijk het is of je ouders veel belang hechten aan sport of niet.
“Ik heb thuis nooit moeten strijden om bij een sportvereniging te mogen gaan. Integendeel, het werd gestimuleerd. Het was bij ons de gewoonte om op het rapport eerst naar de punten voor L.O. te kijken en pas daarna naar de andere vakken. Tijdens de laatste twee jaar van het middelbaar kreeg ik trouwens les van mijn beide ouders. Mijn papa in het vijfde, mijn mama in het zesde (grijns). Ze vertikten het om me het maximum van de punten te geven.”

Je bent niet echt een wedstrijdloper, heb je dan wel doelen?
“Die probeer ik mezelf toch op te leggen, zonder dat frequent te doen. Zoals vele sportievelingen wil ik graag de uitdaging met de marathonafstand aangaan. Voorlopig is dat er nog niet van gekomen, maar ik weet zeker dat het me ligt. Ik ben een echte diesel, en laat net dat nu een goeie kwaliteit zijn voor een marathon. Voorlopig is het er nog niet van gekomen en dat heeft vooral met mijn dansactiviteiten te maken. Ik voel dat nog meer lopen het dansen in de weg zou staan. Dat wil ik niet. Sowieso komt er stilaan een einde aan het dansen, nog enkele jaren en ik moet ermee ophouden. Dan is er genoeg tijd om te lopen en die marathon te overwinnen.”

“Ik ben een echte diesel, en laat net dat nu een goeie kwaliteit zijn voor een marathon”

Een indruk die je ook steevast krijgt, wanneer je naar Hanne Decoutere kijkt, is dat je niet alleen sport, maar dat je er ook voor leeft.
“Dat klopt wel. Ik let op wat ik eet. Dat kan soms vrij rigide zijn, waarschijnlijk een overblijfsel van mijn harde balletopleiding. Maar ik merk ook dat het mijn sportieve prestaties beïnvloedt. Na de feestdagen heb ik steevast het gevoel alsof het wat minder vooruitgaat. Doorgaans probeer ik zoveel mogelijk geraffineerde suikers te mijden en focus ik me op groenten. Al laat ik me een paar keer per jaar in de verleiding brengen om een frituur binnen te stappen (blozend).”

Heeft sport je al iets bijgebracht in je job?
“Toch wel. Je kweekt automatisch een soort doorzettingsvermogen, de capaciteit om wat verder en harder te gaan, door te bijten op moeilijke momenten. Dat zijn aspecten die je ook in het dagelijkse leven en in je job kunt gebruiken. De reden waarom ik sta waar ik nu sta, moet je misschien voor een groot stuk daar gaan zoeken.”

Conclusie: sport neemt gewoon een heel belangrijke plaats in jouw leven in.
“Absoluut. Door mijn bevalling heb ik een drietal maanden thuisgezeten. Bewegen was er toen niet bij en dat gaf me een dubbel gevoel. Enerzijds was ik ongelooflijk blij vanwege mijn dochtertje, anderzijds voelde ik me ongelukkig, omdat ik niet kon sporten en mijn lichaam niet meer hetzelfde was. Verschrikkelijk gevoel.”

Slotvraag, lukt het om te blijven sporten met een pasgeboren dochter?
“Ik neem ze gewoon mee. We hebben een speciale buggy met extra grote wielen en tijdens het lopen duw ik of mijn man haar voort. Dan kijkt ze de hele tijd verwonderd naar de blaadjes die aan de bomen hangen. Ik vind het belangrijk om mijn sportactiviteiten niet te laten afhangen van de geboorte van een kind. De combinatie is perfect mogelijk.”

“Ik vind het belangrijk om mijn sportactiviteiten niet te laten afhangen van de geboorte van een kind. De combinatie is perfect mogelijk”

Da’s een hele geruststelling voor wie er nog moet aan beginnen. Dank je wel!

Dit artikel verscheen in het maartnummer van running.be magazine. Bekijk hier de volledige inhoud en bestel het magazine online!

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?