De eerste maand van het running.be marathonteam

Het running.be marathonteam begon een maand geleden aan de trainingen voor de DVV Antwerp Marathon. We polsen het team even hoe ze die eerste weken hebben verteerd.

Alvorens aan het 16 wekenschema te beginnen kwam het team samen in Energy Lab Paal-Beringen voor een uiteenzetting van Paul Van Den Bosch. We vroegen Hannelore, Bieke, Peter en Tony wat zij het meest opmerkelijk vonden aan zijn uitleg.

Hannelore: “Het hele principe van suikerverbranding vs vetverbranding intrigeerde me en het verhaal rond supercompensatie.”
Bieke: “Ja, dat het meer opbrengt om 3 weken op te bouwen en dan een week rustiger te lopen in plaats van te blijven doorgaan. Ook goed om weten is dat het nodig is om goed op de verharde weg te trainen ook al is een zachte ondergrond in principe beter. Je spieren moeten de weg immers gewoon zijn voor de marathon. En een heel belangrijk puntje voor mij – dat ik sinds de uitleg consequent opvolg – is het drinken. Een halve liter water voor elk uur dat je traint.”
Peter: “Het intrigeerde me wel dat je in voorbereiding van een eerste marathon niet meer dan 25 km per duurloop mag trainen!”
Tony: “Ja, de langste duurloop mag max 30% bedragen van de totale trainingafstand per week.”

Volgen jullie het schema nauwgezet op?
Hannelore: “Ik volg het schema heel strikt, al durf ik op een goede dag er iets extra bij te lopen of als het wat minder loopt knijp ik er soms een stukje af.”
Tony: “Ik volg het schema heel nauwgezet en train dus niet meer of minder. Ook tijdens de skivakantie! Al een geluk dat het hotel een loopband had. Ik respecteer de volgorde van de trainingen en de rustperiodes ertussen. Eén keer heb ik wat aan het schema gemorreld omwille van de weersomstandigheden, maar ik ondervond al vrij snel dat dit geen goed idee was.”
Peter: “Ik volg het schema heel stipt. Ik moet me wel inhouden bij de herstellopen van een half uur. Ik heb dan zin om meer en sneller te lopen dan het schema voorschrijft.”
Bieke: “Ik vond het in het begin heel moeilijk om het schema te volgen. Kort lopen aan lage hartslag was namelijk veel ‘makkelijker’ dan wat ik voordien liep. In het begin heb ik dus af en toe wel wat langer en sneller gelopen. Nu klopt het voor mij beter.”

Hoe verteren de lichamen de steeds maar groter wordende loop-tijd?
Hannelore: “In week 2 kreeg ik pijn in mijn rechtervoet. Toen heb ik 2 dagen niet gelopen, maar sindsdien geen problemen meer.”
Peter: “Mijn rechterenkel speelt op bij de langere afstanden. Ik laat het goed opvolgen door de dokter en heb nu een steunzool.”

En hoe moeilijk passen de trainingen in de agenda?
Bieke: “Ik heb 2 keer moeten passen omdat het voor het werk niet uitkwam.”
Peter: “Het lukt, maar heb alles te danken aan mijn superlieve vrouw die zich wat meer over de kids en de huishoudelijke taken ontfermt. Zonder haar steun zou ik dit avontuur nooit tot een goed einde kunnen brengen.”
Hannelore: “Het moet, hé, ook als het koud en al donker is!”

Maar belangrijker: merk je verbetering?
Hannelore: “Ik voel dat ik geen probleem heb met de steeds langer wordende afstanden, da’s wellicht te danken aan verbeterde conditie.”
Bieke: “Ik vind het moeilijk. Door vaker te lopen (van 2 naar 4 keer in de week) gaat het merkelijk makkelijker, maar ik heb het gevoel dat ik me steeds moet inhouden naar snelheid en loopduur.”
Tony: “Ik merk geen spectaculaire verbetering alhoewel die er waarschijnlijk wel is. Een uurtje lopen kost geen moeite. Ik heb wel het gevoel wat aan snelheid in te boeten. Anderzijds kost een snellere interval me minder moeite dan voorheen. Pieken hoeft pas op 26 april, dus ondertussen bouwen we rustig verder op.”
Peter: “Ik voel me super in vorm. 15 km is peanuts. Ik ben helemaal niet moe achteraf.”

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?