1. Een schoen is een levenslang doktersbewijs
Wie een beroep doet op een speciaalzaak om een loopschoen te kiezen, wordt soms verrast. Want het kan zomaar zijn dat specialisten je na analyse van je voeten en loophouding een totaal andere schoen aanraden dan degene waarmee je al die tijd al gelopen hebt. Bijvoorbeeld omdat je voeten breder zijn dan die van de doorsnee-loper, waardoor je tijdens het lopen in ‘gewone’ loopschoenen steevast pijn had.
Uiteraard volg je in dat geval best het advies van de speciaalzaak op, maar velen denken dat die raad een levenslang doktersbriefje is en veranderen nooit nog van soort schoen. En dat terwijl je lichaam regelmatig verandert, wat ook een invloed heeft op je voeten. Denk bijvoorbeeld aan je gewicht. Ga dus om de zoveel tijd eens langs bij een specialist om te checken of je nog steeds hetzelfde type schoen nodig hebt.
2. Schoenen maken je sneller
Was het maar waar! Helaas klopt dit (voor een groot deel) niet. Als je te lang met dezelfde schoen rondloopt, zal je mogelijk een verkeerde houding aannemen vanwege de slijtage van je schoeisel. Pijn kan dan een gevolg zijn. Als je vervolgens een nieuwe schoen koopt, zal je allicht wel wat sneller lopen.
Maar over het algemeen is het toch vooral je lichaam dat bepaalt hoe snel je loopt. Al heb je natuurlijk wel het gevoel dat het allemaal veel rapper gaat wanneer je die nieuwe schoenen net uit de doos gehaald hebt en er je eerste kilometers mee aflegt.
3. Dé beste loopschoen bestaat
Nee, dé beste schoen ter wereld bestaat niet en de reden daarvoor is simpel: iedereen is verschillend. En dus heeft niet iedereen dezelfde loopschoen nodig, waardoor er ook geen wereldwijde beste schoen kan bestaan. De schoen die Jos uit Poelkapelle ‘de beste loopschoen’ vindt, kan voor José uit Denderwindeke bijvoorbeeld heel oncomfortabel aanvoelen.
