Eerder dit jaar schreven we in ons magazine al over de Legends Trails. De reeks van ultra’s bestaat uit vier wedstrijden: Great Escape (160 km), Bello Gallico (160 km), Legends Trail (250 km) en Another One Bites the Dust (160 km). Jozef De Cock, Ken Rottiers, Martino Corneillie, Nico Van Meulder, Tom Toye en Olivier Kronal slaagden erin om al die wedstrijden in één jaar te finishen: een Legends Slam. Op de foto zie je trouwens Olivier, Tom en Jozef tijdens Another One Bites the Dust, toen ze al zo’n 22 uur onderweg waren en nog een marathon voor de boeg hadden.
Een van de organisatoren van deze ultra-evenementen, Stef Schuermans, neemt zijn hoedje af voor de deelnemers: “Degenen die de Legends Slam gerealiseerd hebben, deden het op hun manier. Aan Nico en Martino zag je bijvoorbeeld niets. Die leken niet af te zien. (lacht) Dat was bij de vier anderen wel even anders. Maar de prestatie is hoe dan ook indrukwekkend.”
Volgens Schuermans zijn er twee belangrijke factoren om zo’n ultra tot een goed einde te brengen: “Bij onze ultra’s is het geen race tegen de anderen. De grootste uitdaging bestaat erin om blessurevrij te blijven. Je moet je lichaam dus goed kennen. Mentale sterkte is ook belangrijk. Je moet beseffen dat je verder kan. Een lichaam kan veel meer aan dan je denkt. Bij zo’n ultra begint na 70 à 80 kilometer alles pijn te doen, maar die pijn verergert niet meer. Het is de vraag of je er mentaal mee omkan. Zo’n ultra is veel meer een mentale dan een fysieke zoektocht.” De organisator is er ook van overtuigd dat veel meer mensen een ultra kunnen lopen, hoewel ze er zelf anders over denken: “Kijk naar de Dodentocht. Dat is ook een ultra, alleen is de perceptie anders. En de Dodentocht is 100 kilometer lang, er zijn ook ultra’s van pakweg 60 of 80 kilometer. Wie zijn lichaam goed kent, kan zoiets aan.”
Tot slot wijst Schuermans nog op een grote troef van de ultrawereld: “In een ultra gaat alles er minder berekend aan toe dan bij andere wedstrijden. Je hebt elkaar echt nodig, zodat je mentaal wordt weggezogen van de inspanning. Ik zeg altijd: ‘Na een ultra heb je een nieuwe vriend.’ Je begint met elkaar te babbelen in de eerste kilometers. Eerst gaat dat nog over algemene dingen, maar aan het einde van de rit ken je elkaar al vrij goed. De ultrawereld is ook klein, waardoor iedereen iedereen kent.”
Na de zomer wordt het derde seizoen van deze ultrareeks op gang geschoten. In het weekend van 22 en 23 september is het weer tijd voor The Great Escape.