1. Bereid je goed voor
Zo’n trailwedstrijdje is geen walk in the park, dus een goede basisconditie is – net als bij wegwedstrijden – een must. Kies ook voor de juiste schoenen. Dat klinkt zo evident als ‘in België kan het hard regenen’, maar als je vaak offroad gaat, heb je een goede trailschoen nodig en volstaat een ‘gewone’ loopschoen niet meer. Trailschoenen bieden meer grip en bescherming tegen obstakels.
2. Houd je ogen open
Op de weg kom je eerder weinig obstakels tegen, maar in bossen en parken zijn ze niet op één hand te tellen. Hou daarom je ogen open een wees aandachtiger dan op de weg, want voor je het weet, zorgt een uitstekende wortel van een boom ervoor dat je tegen de grond ligt.
3. Neem kleinere passen
Meer stabiliteit en evenwicht zijn een must als je offroad gaat en hindernissen moet ontwijken. Die eigenschappen kan je aanscherpen door kleinere passen te nemen. Dat voelt in het begin wel wat onwennig.
4. Leef met een tragere chrono
Meer obstakels op je route betekent logischerwijze ook een tragere tijd. Leer daarmee leven en vergelijk je chrono op een trailparcours niet met je tijd over een soortgelijke afstand op de weg. Appelen en peren …
5. Licht aan
Op zo’n trailroute is een uitschuiver snel gebeurd. Wie begint te trailen, loopt dan ook best overdag. Want als je in het donker door de bossen gaat crossen, trek je de moeilijkheidsgraad meteen een heel pak op. En wie wel in het donker op pad gaat, vergeet maar beter zijn looplampje niet.
