1. Vul minstens de helft van je bord met groenten
Schep bij elke maaltijd eerst groenten op en vul je bord er voor minstens de helft mee (meer mag altijd!). Daarna vul je aan met vlees(vervanger), kip of vis en aardappelen, pasta, rijst… Zorg voor voldoende variatie in kleur en smaak bij je groentjes. Zo heb je extra vitamines binnen en het maakt het eten gewoon ook leuker. Eten doe je tenslotte ook met je ogen!
2. Eet groenten bij elke maaltijd
Maak er een goede gewoonte van om bij elke maaltijd groenten te serveren, bv. een kom sla en tomaat, wat rucola op je pizza of een fris witloofslaatje bij frietjes met stoofvlees. Bij een broodmaaltijd kan je wat extra rauwkost eten en je boterham of broodje beleggen met groentjes. Je kan zelfs groenten eten bij het ontbijt, bv. in een omelet of een smoothie met groenten en fruit. Kortom, always eat your veggies!
3. Groenten als tussendoortje
Een hongertje tussendoor? Laat die suikervrije snackrepen voor wat ze zijn en kies voor kerstomaatjes, wortelstaafjes, komkommerreepjes, bloemkoolroosjes… Met een gezonde dip (bv. tapenade, hummus) erbij smaken ze heerlijk als tussendoortje!
4. Pimp eens een klassieker
Experimenteer erop los! Maak eens een groenteversie van een typische klassieker, bv. macaroni met kaas, hesp, prei en witloof. Je kan ook courgetteslierten eten in plaats van spaghetti, of maak eens puree van pompoen, wortel of een andere groente… Mogelijkheden genoeg! En wedden dat je eigenlijk niet veel verschil proeft met de ‘gewone’ versie?
5. Bereid je goed voor
Goed begonnen is half gewonnen! Maak in het weekend (bv. op zondag, wanneer je wat tijd hebt) al wat groenten klaar voor de week die komt (bv. stomen, grillen, snackgroentjes snijden). Zo heb je weinig tijd nodig om ’s avonds een gezonde maaltijd op tafel te zetten als je moe en hongerig thuiskomt!