Zeker voor grote wedstrijden kan het soms lang duren vooraleer de rij lopers begint op te schuiven en je eindelijk aan je run kan beginnen. In de startrij kan je best nog enkele kleine routinedingen doen. Zo leid je de aandacht af van eventuele zenuwen en vermijd je onprettige zaken tijdens de race. Twee vliegen in één klap!
1. Strik je veters fatsoenlijk. Je bent op weg naar een besttijd, maar halverwege de race stel je vast dat je veters losgekomen zijn. Weg ritme, weg besttijd. Strik daarom je veters op een fatsoenlijke manier (best een dubbele knoop) wanneer je staat te wachten op het startschot.
2. Maak al het andere materiaal wedstrijdklaar. Tijdens de race wil je maar met één ding bezig zijn: je eigen prestaties. Dan heb je geen zin om te klooien met een hartslagmeter die bij nader inzien toch niet zo goed zit. Doe een ultieme check-up en zorg ervoor dat je je comfortabel voelt.
3. Overloop je raceplan. Denk nog eens goed na hoe je je race gaat indelen. Ga je je sparen voor de ultieme helling in de laatste kilometers, of geef je meteen vol gas in de hoop op het einde nog wat over te hebben? Tip: het is misschien geen slecht idee om het tempo van een vrouw te volgen.
4. Gooi je spieren nog wat los. Het wachten kan soms lang duren. En soms zit je met zodanig veel mensen op een kleine ruimte dat opwarmen geen optie is. Maar de spieren een beetje losgooien door wat kleine sprongetjes te maken, dat kan altijd. Zorg er sowieso voor dat je spieren niet afkoelen.
5. Maak een praatje. De meeste lopers zijn sociale wezens. Heb dus geen schrik om onbekenden aan te spreken en een praatje te slaan.
