Bijna 15 jaar lang speelde Chris De Wandel basketbal in competitieverband, tot hij in 2001 een zwaar motorongeval kreeg en noodgedwongen met zijn sport moest kappen. Hij was altijd wel stevig gebouwd, maar nu kwamen de kilo’s er razendsnel bij. In geen tijd passeerde de geluidstechnicus uit het Oost-Vlaamse Sint-Lievens-Houtem de kaap van 100 kg en ook daarna bleef de wijzer van de weegschaal steeds hogere oorden opzoeken. Chris: “In 2009 ben ik gestopt met roken en dat leverde nog enkele kilo’s extra op. In de zomer van 2014 zat ik plots aan 114 kg. Op café lachten ze al eens met mijn gewicht. Het was ook geen pretje om modieuze kleren te kopen, want de keuze was heel beperkt.”
De weegschaal als motivator
In september 2014 begon Nadia, de vrouw van Chris, samen met een vriendin te lopen. Om ook in minder gunstige weersomstandigheden bezig te blijven, besliste het gezin om een loopband aan te schaffen. Het duurde niet lang of Chris stond er meer op dan Nadia. Hij herinnert zich nog goed zijn eerste poging: “Ik was helemaal buiten adem, nadat ik 10 minuten met een snelheid van 7,5 km/u had gelopen. Maar mijn voornemen om driemaal per week te lopen hield ik vol. Meer nog, naarmate de conditie verbeterde, werd het steeds gemakkelijker. De belangrijkste motivator was ongetwijfeld de weegschaal: na amper een maand was er al vijf kilo af.”
In het begin durfde Chris niet buiten te sporten: “Iemand van meer dan 100 kg die loopt, da’s niet bepaald een fraai zicht. Pas na drie maanden heb ik een eerste keer de buitenlucht opgezocht, maar ook daarna verkoos ik lange tijd binnen of in de bescherming van de duisternis te lopen. Het is misschien veel eentoniger op de loopband, maar er is ook een groot voordeel: door de vering is de belasting op de gewrichten een pak minder. Op die manier had ik geen last van blessures.”
Chris vierde Nieuwjaar met 16 kg minder op de teller, maar daar stopte het niet. “Ik heb lange tijd gedacht dat het niet in mijn genen zat om ooit mager te zijn, maar ik ben blijven doorgaan. Ik zit nu aan 76 kg en daar voel ik me goed bij. Minder hoeft niet.”